A fd eel -
LXXXlI,
Hoofdstuk.
Rivier*
Viaa,
, , zonderheden meer > doen ook nog befluiten,
, , dat z y geen Infekten z y n , die een G e fta lte -
„ w isfelin g on dergaan , maar dat z y uit d e E i -
, , jeren in de ze lfd e G e fta lte vo ortkomen , en
„ allengs aangroeijen tot aan de volwasfen*
, , heid” , enz.
R oesel hee ft dit laatfte door Waarneemin-
gen nader bevestigd in deeze zyn zogenaamde
R iv ie r - G a rn aa len , die hy deedt kooken , maar
een ze e r laffe S p y z e bevondt te zyn-, even als
o f men iemand gekapt S tro o , dat in W a te r
gek ook t w a s , ging v o o r z e t te n , ten ware het
(zegt h y ) zulk een mogt z y n , die eenige lek kerheid
vondtindeSprinkhaanen te e e ten ; doch
h y fch yn t niet bedagt te hebben , dat men o v e r
de Smaaken niet twisten moet. H e t gene den
eenen niet fm a a k t, fmaakt d ikwils den anderen
( * ) .
D e H e e r Pallas merkt aan, dat de A fb e e ldingen
vanFRiscH en R oesel zek e r lyk eene eff
d e z e lfd e S o o r t uitdrukken , die dan zyn e Onis-
cus P uk x , met de v ie r v o o rd e Pooten Schaar«
a g tig , zoude z yn ( f ) . Daar is byna een V e r g ro o t glas
noodig om te zien , dat dit laatfte plaats
h g e ft in die van F risch , welk e ev enwel de
Sprie-
(* ) Guflibus non eji difputandum. Zie over het eeten
der Springhanen, hoe hetzelve nog hedendaags in gebruik is
hy de Arabieren, ons X. St u k , bladz. 210, enz. DeSprink-
haanen, gezouten en gebraden, hebben byna de Smaak van
Rivier - Kieeften, zegt SHaw , l royage au Levant cV Barbarie,
Haye 1743. p. 333.
f t ) Onifcus Pulex compresfus , Pedibus quatuor anticis Che-,
liformibus, Alijcell, Zoolegica, Hagx, 1^60 p. r (jo.
Sprieten anders gefteld h e e f t , en volgens de v.
b e fch ry v in g a anmerkelykverfchilt. H e t eenen
an d e re , n u , zou een ve rfchil van Sexe kunnen Hoofd-
z v n : want in verfcheidene van deeze Z e e -V lo o i- éJuk.
J r i«i 1 TT Km e r »
je n , die ik h e b , zyn fommigen met dikke V o o r - vi»»♦
p o o ten , anderen met dunne v o o r z ie n , d a a r z ig
geen de minste Schaaragtigheid aan openbaart.
Z y n Ed. z e g t , dat de e ze D iertjes z e e r bekend
z yn onder den naam van W a te rv lo o ijen ( * ) .
H e t kan zyn , dat de Visfche rs haar dus in c
Nederduitsch noemen , doch Pulex Aquaticus
b e te k en t, z e k e r ly k , b y de Autheuren iets anders
( f ) . In ft geheele maakzel en de famen-
fte llin g des Lighaams , vo e g t hy ’er b y , ko-
menze met de„ Pisfebedden .overeen ( \ ) . A ls
men de A f beddingen v e r g e ly k t , za l men moog -
ly k geheel anders oorcleelen; waar b y k om t ,
dat het getal der Sprieten en der P o o ten ook
fomtyds verfchillende is.
f8 3 ) K r e e f t je , geheel in Leden verdeeld, met lxxxiit.
vier één- Vingerige Armen en tien Pooten, smalle.**
In de E u rop ifche Ze e is de e ze Soort waargeno
(#) Sub Puticum aquaticorum nomine notisfima. Ibidém.-
fp) Pulex Aquaticus arboresccens- SWAMMERDAM &c.
(4) Quse Corporis compofitione, numero Ptdum £r Antenna.
rum totaque fabried ad Onifcos pertinent, fïngularem eorum
familiam conftituunt, & Onifti Cancriformes appellari poffunt.
Ibid.
fs s ) Cancer macrourus articularis, Manibus quatuor mono-
daftylis , Pedibus decem. M.ARTENS, Spitsberg, 56, T. Pt
f. 1.
I. Deel. XJII* Stuk.*