y.
A fdeel.
L X X X .
H oofdstuk.
ben hier ook dergelyke Spinnekoppen, die lood-
tegte Webben in.de Boomen maaken.
IX.
Domeftica«
Huis-Spin,
(9) Spinnekop , die bet Agterlyf Eyrond en
bruin beeft , met vyf zwarte Vlakken , die
omtrent elkander raaken ; de voorjlen grootst
zynde.
D ie , welke Doktor S c o p o l i de Spinnekop van
Derham genoemd heeft, is , zegt hy , aan alleman
bekend. Z y onthoudt zig in de Huizen ,
haar. Webbe maakende in de hoeken der Bed-
Iteden en by de Venderen. Het L y f is ruig,
bleek-bruin o f rosagtig van Kleur, met het Agterlyf
bruin gevlakt. Waarfchynlyk zal het
die dan ook z y n , waar Koning Sa l o m o n van
m e ldt, dat z y met de Handen grypt en zig
onthoudt in de Paleizen der Koningen: want
deeze. inderdaad ook, volgens de aanmerkingen
van S c o p o l i , de Armen aan ’ t end geknodst
heeft (* ) .
W y zullen hier, buiten tw y fe l, dergelyke
hebben. Zou het die ook zyn, welke P e t iv e r
noemt de allergrootde Huisfpin met zeer lange
ruige Pooten, als welke door den Heer G r o -
n o v iu s is aangehaald op eene Soort van Spinnekoppen
, die by ons in de Tuinen en Huizen
(9) Ardnea Abdomme ovato fufco, maculis nigris quinque
fubcontiguis, anterioribus [majoribus. Faun. Suec. aooo. Ara-
nea Derhamii. Scop. Carn. 1104. RAj. Inf. 57. N. 17. LIST.
Aran. 59. fïg. 17. Clerck. A ran, 76. T. a. f. 9.
(*) In foiibus laxos fufpendit Arajica caffes« \ irq%
zen gemeen en Venynigzoude zyn? Vooreerst
worden dus de Tuin- en Huis - Spinnen onder l x x x .'
elkander verward, en ten anderen ware het Hoofd»
te wenfchen , dat zyn Ed.ons eenig bewys hadSTUK*
bygebragt, dat deeze Spinnekoppen - Soort Venynig
z y , o f Venyniger dan anderen; om zig
daar voor te meer te wagten ( * ) . Evenwel,
om dat w y niet durven denken, dat zyn Ed.
zulks zonder Grond zoude gezegd hebben, zal
ik hier zyne Befehryving van deezen V e n y n i -
g e n Spinnekop vertaalen.
„ Het Borstduk is Eyrondagtig, naar voo-
„ ren een weinig verhevener, voorts plat en
„ breed, naar de randen toe met een Groefje
, , uitgehold, in ’t midden verfierd met een
„ uitpuilende Ster van zes Straaien en eeni-
„ maate Haairig. De Bek is voorzien met
twee fterke Tanden. Van de agt Oogen,
„ aan den voorkant van het Borstftuk, zyn de
5, vier voorden grootst en eenigzinshalfmaans-
„ wyze geplaatst, met de holte naar de agter-
, , den, die opeen regté lyn daan. De agt
„ Pooten zyn ruig en lang, allen even groot,
,, en omringen het L y f als Straalen uit een
,, middelpunt. DeVoders zyn kort en Haairig
( * ) De Kinderen oordeelen gemeenlyk, dat de dikfte of meest gezwollen van Agterlyfde Venynigften zyn, als welke
men meent fomtyds gezien ie hebben, dat van zelf geborllen
waren; doch hier vinden wy geheel andere Kenmerken ge.
opperd. Ondertuslchen waren het Huisfpinnen , die Jutfr, gcHUURMANS en andere opknapten.
Deel. XIII, stuk, O 3