A fd e e l .
LXXX1I. '
H o o fd stuk..
XLTK.
Horridus,
Rots Krab,
%$Q. B E S C H R Y V ï N G U 9
o o k gedoomd z y n , den bynaatn draagt. Z y
k om t , g e ly k dé vo lg en d e , uit Oostindié.
(43 .) Krab , die het Rugfchild Jiomp gedoemd
, : heeft, de Armen dik geknobbeld en de Staart
Wiet gaatjes.
D e e z e i s , onder den naam van Oostindifché
,Rotskrab , z e e r bekend , maar niet gemeen ,
.en b y R um ph iu s , op T a b . I X , z e e r fraa y a f .
g e b e e ld ; doch het b ly k t , dat geen der aangehaalde
Figuuren van Seba daar mede overeen-
k om ftig z y : want de lange puntige Doornen s
die dit D ie r afgryzelyk zouden maaken, ontbree-
ken z e k e r ly k daar aan- H e t fch yn t m y ook een
g eh e e l ander V o o rw e rp u it de Z e e van N o o r4
w eg en te z y n , door D o k to r B a s t e r aan G ro *
N ov iu sg e fch on k en , ’ t welk maar zes Pooten om
te loopen h e e f t : niettegenftaande h e tz e lv e d o o f
•den laatstgemelden H e e r alhier t ’huis g ebra g t
•wordt ( * ) . L i n n a s u s , ’t is w a a r , z e g t
thans ( t ) j dat de e ze Soort maar agt Pooten i
•met de Armen daar onder b e g r e e p en , h e e f t ;
doch u it myne Am b o in fch eR o tsk rab , volmaakt
met die b y R u m p h i u s ov e re en k om en d e ,
blykt
(43) Cancir brachyurus , Thorace obtufè aculeato, Mani-
feüs Ovatis, Caucla cariosa. M. L._ U. 4 4 2 . RumPH Amb. T.
IX* f. 1... PET. Amb. T. 1. f, 7. Seb. Kab. l l I. T. XVIlt»
f. 10. 8c Tab. XX’ I. f. 1 , 2 , 5.
"(*) Zooph, Crorwvi p, 227.
( f ) Pedes o oio tantum eum njanibus, §yji. Nat. XII. £«
*047. ' • “ ^ ,
d é K r a b b é N. 35 r
b ly k t het tegendeel. W a a r fc h y n ly k z a l m e n z i g ^
d oor de a fb e e ld in g , in welk e niet m eer dan z e s lxxxii/
Pooten , b eha lv e de Armen , z y n vertoond > Hoofd-
o f door de gebrekkelykheid van het V o o rw e rp
hebben laaten bedriegen ( * ) . Imme rs, d it is
z e k e r , dat on ze Oostindifché Ro tsk rabb en , indien
z y ’er geene verlooren h ebb en , aan het
v o lle g e ta l van Pooten niets ontbreekt en dat
z y ’er w e e z en tly k a gt h e b b e n , doch die y e e l
k or te r en dunner z y n dan de Armen o f Schaar-
pooten ( f ) . In de myne vindt ik d eS ta a r tm e t
g a a tje s , ’ t w e lk de uitdrukking van Cauda ca-
riofa fch yn t t e b i lly k e n : maar men zo u moeten
on d erzoeken , o f dit altoos plaats had in d eez
e Soort.
(4 4 ) K r a b , die het Rugfchild gedoomd heeft, de x liv.
Snuit in tweeën gefple eten en gekamd, de Ar-
men Spürond♦
On*
(*) Zo dat het nazien der afbeeldingen, daar omtrent,
niet genoegzaam is. Zie BasTER. Natuur k* Uit/pamin- .
£en, II. Deel. pag. 6.
f t ) Nog verwonderlyker is ’t , dat.de Heer Gronovius ge-
dagte Amboinfche en zyne Noordfche Krab tot eene zelfde Soort
betrokken hebbe ; terwyl de laatsgemelde van zyn Ed. gezegd
wordt de Armen of Schaarpooten , byna, de helft korter te
hebben dan de overige Pooten, en in de Amboinfche Rotskrab ,
iyn de Armen ten minfte tweemaal zo lang als de andere
Pooien.
(44) Canon brachyurus , Thorace aculeato , Roftro brfido
Ériftato , Manlbus teretibus. M. L. U. 443- Rumfh. Amb±
T . VIII. f. 1. Pe t . Amb. T. V. f. n. Gron. 2 o*ph. 97S.