V,
A fdeei,
XhXXXV.
H oofdstuk.
Kaam«
j, duizend Tonnen, in eene Bogt tefamenge-
■ dreeven en ingeflooten zyn, om allengs gezuiverd
en ingezouten te worden ( * ) . Van
„ deeze Róe-Aat krygt misfchien een foovt
„ van Schulpvisch die roode Kleur, welkebui-
„ ten twyfel de oirzaak is, dat de Strandvo-
„ gel Teist, die van zodanige Schulpvisfchèn
„ leeft, zynen zeer hoogrooden Drek op den
„ Oever vallen laat: zo dat wy mooglyk hier
„ ook wel Purperflakken van dergelyken aart,
„ als de Indifche zyn , zouden kunnen heb-
„ ben ( f ) , "
L X X X V I . H O O F D S T U K .
Be/chryving van't Geflagt der M il l io e n p o o t e n ,
tot welken ook zeer groote Uitheemfche helm-
' ren. die men weleer tot de Duizendbeenen heeft
t'huis gebragt.
Indien de benaaming van Duizendbeen goed
gemaakt kan worden, door aan te merken»
dat men dikwils het bepaald getal van duizend
voor
(*)• Van deeze manier van den Haring aan de Kust van
Noorwegen te vangen , is uit den zelfden Autheur omftandig
Berigt gegeven in het VIU. Stuk , deezer Natuurlyke Hifto-
rie, bladz. 293 , 294.. Daar uit blykttevéns, dat het een Drukfeil
in Syft. Nat. Ed. XII. moet zyn, wanneer L 1 N N jE u S
zegt •' Nlsl per biduum rclinquantur Pisces Retibus illapue»
ati.
(O Naturl. Hist, von Nor wegen. II, Theill. p. 94*
voor eene onbepaalde en verbaazende men5§teAFD^*EL;
genomen vindt: zo zal men, hope ik, derge-LXXXVI.
lyke toegeeflykheid wel willen hebben, omtrent Hoofd-
die van M il l io en po o t ; dewyl het getal der
Pooten , in de meesten derzelven, veel groo-
ter dan in de gewoone Duizendbeenen, ja dik-
witë niet dan met groote moeite te tellen is.
En daar men aan de Polypusfen, die maar
weinige Armen hebben , reeds om die reden
den Griekfchen naam van Veelvoet geeft, zo
is de Hoogduitfche naam van Vielfusz voor de
Infekten van dit Geflagt zeer oneigen. S u l t -
z e r evenwel onderfcheidt deeze Soort van de
voorgaande, door deD tytel van Cylindrifchr
Vielfusz. Dat de Latynfche naam Julus, die
men hedendaags gebruikt om de Mannelyke
Bloemen van de Hazelaaren en dergelyken te
betekenen ( * ) , van ouds en wel door Plinius,
voor een dergelyk Infekt genomen z y , tragt
A l d r o v a n d u s te betoogen. Indien dezelve
nu, een van de drie, hier voor gemeld f » Biadz.
tekenen moet, zo kan hyniet toepasfelyker zyns°s.
dan op deeze.
De Geftalte des Lighaams , naamelyk, doet Kenmer-
die van dit Geflagt inzonderheid van de Dui- en‘
zendbeenen verfchillen. Z y hebben het L y f
niet
Elos Amentaceus feu Julus. Tournf. ln ft. Re, Herb.
* 580. Ita dicitur , x. quod in Corylo, ut & Aino Juglan-
de, Ouercu , veluti prxlongus Vermis fingulan pefhculo de.
pendet. 3. Est & nomen lnfeoli multipedis , rotundi , k c .
.P a c tk t f.t. T.tvic. Mcdicum.
I, DEEL. XIII. STUK,