
S.II.F. III.
S y .7 _ a d .7 iv . d e l AGROTIS BEGLECTA, Hubn.
In liet laatst van den herfst vervelt het voor de eerste maal: de kleur
is daarna nog fraaijer groen en het wit helderder. Eerst in het voorjaar
(ilaart_April) volgt de tweede vervelling en nu verandert de kleur tot
die afgebeeld bij' fig. 1 en hij opvolgende huidsverwisseling wordt de
rups als fig. 2. Het voedsel der rups bestaat uit gewone heide. Sommige
rupsen, doch slechts zeer weinig, blijven door alle vervellingen heen
groen. In de maand Junij maakt de rups een spinsel van heiaarde en
takjes, dat vrij digt is en verandert na 3 of 4 dagen in de pop, welke
den vlinder na 3 of 4 weken levert.
De rupsen zijn dikwijls met Taohinen- of sluipwesp-larven bezet. Gelijk
alle Agrotis-rupsen voeden 'zij zich des nachts en verbergen zich overdag.
In óns vaderland is deze soort bij Breda en Oosterbeek aangetroffen;
waarschijnlijk leeft zij echter op de meeste onzer uitgestrekte heidevelden.
Overigens komt zij in Duitschland, Engeland, Zwitserland en noordelijk
Italië voor. ; . S v V
Fig. 1. De jonge rups.'
n 2. Eene volwassen rups.
'• 3. De póp.
„ 4. Haar staartpunt, vergroot.
„. 5. De mannelijke vlinder.
„ 6. De vrouwelijke vlinder.
7. Een gedeelte van den spriet van het mannetje, vergroot.
8. Een der vrouwelijke palpen, vergroot.