
54
danken heb, kan ik van al de concave lijntjes die Stainton' af beeldt,
niets bemerken; bet diertje is aan de vleugelpunt eveneens geteekend als
Imperialella en de donkere en lichte lijntjes slechts iets steiler. Yan meer
belang dan deze buitendien zeer vergankelijke teekeningen der vleugel-
punt komt mij, met Sciileich, bet ontbreken van het langwerpig binnen-
raudsvlekje digt bij den vleugelwortel voor.
Bij Imperialella citeert Sculeicn nog HERRicH-ScHaFFER Y, Tin. f. 740;
dit komt mij wegens bet ontbreken van het meervermelde binnenrands-
vlekje bedenkelijk voor. Yerwant aan Imperialella is ook de reeds in ons
land gevonden Gracilaria Ononidis Zell. Deze vlinder gelijkt in de kleur
der voorvleugels zeer op onze donkere inlandsche Imperialella, doch beeft
een binnenrandsvlekje meer en geene witte, zwartgedeelde vlek aan de
vleugelpunt. Ook bezit hij wit en zwart geringde sprieten.
Imperialella is in ons land tot dusverre alleen bij Botterdam gevonden
en overigens in Engeland en Noord-Duitschland aan getroffen.
Botterdam 1871. P. C. T. Snellen.
Fig. 1. Een blad smeerwortel, door liet rupjo uitgegetén, bij
a bet zomer-spinseltje.
// 2. De onvolwassen rups.
„ 3. De geheel volwassen rups.
// 4. Het winter-spins eitje.
5. Hetzelfde vergroot.
// 6^ Het tepeltje ér van, sterker vergroot
// 7. De pop.
| 8. Een zittend vlindertje.
- //- 9. Een vliegend vlindertje.
,/ 10. Een voorvleugel met afwijkende teekening.
m Ê Ê m m