
VERBETERINGEN EN BIJVOEGSELS.
Plaat 50.
PSYCHE GRASLI1NELLA, B oisd.
Fig. 1, la en 16.
Boisduval , Annales de la Soc. enl. de France, (Bulletin p. XXII), 1852.
Feeijeb , Beiträge znr Gesch. Eur. Schmett. III ? pag. 38? fig» 218;
HEBBTCH-ScHäiTEEj Syst. Bearbeit, der Schmett. von Eur., Bombyces,
Tab. 19, fig.'lOl.
Bbuaild, Monographie des Psychides, pag. 37, fig. 17 a—c.
Op blz. 125 van dit deel heb ik eene Psyehe-soort beschreven, doch
moest een vraagteeken achter den soortsnaam zetten, omdat het eenige
mannetje, dat ik kweekte, kreupel en onvolgroeid was, en derhalve
onmogelijk met zekerheid kon worden benoemd. De reden, waarom ik
toch publiceerde, heb ik op genoemde blz. ontvouwd. Dr. Snellen van
Vollenhoven heeft woord gehouden door, toen het mij later gelukte vele
gave mannetjes te kweeken, één daarvan af te beelden. Ik heb nu de
diagnose met zekerheid kunnen maken en ben tot het resultaat gekomen,
dat ik mij in den soortsnaam vergist heb. De ware naam is Psyche
Graslinella. Boisd. Men gelieve dus deze benaming met bovenstaande
citaten voor die van blz. 125 in de plaats te stellen. De beschrijving
van het gave mannetje luidt nu als volgt: De mannelijke vlinder heeft
eene vleugelspanning van 21—24 mm. De sprieten zijn vrij lang en
dubbel gebaard, de baarden langzamerhand naar den top toe in lengte 43