
PARAPOYNX STRATIOTATA, l .
Plaat 41 en 42, Fig. 1—13.
Linnaetjs , Syst. Nat. Ed. 13, Tom. I. p. 873, n°. 276.
F abricius, Ent. Syst. III, 2, 213, 314.
De Gteee, Mémoires (Duitsche Yert.) I, 3 Qu. p. 85. PI. 37, Fig. 1—19.
Hübneb , Samml. Eur. Schmett., Pyralides, T. 13, fig. 87.
T beitsohe33 , Schmett. v. Eur., "VIL p. 137.
Door een gelukkig toeval ben ik in de gelegenheid gesteld geworden
de afbeelding en beschrijving van deze merkwaardige vlindersoort in dit
werk op te nemen. Niet alleen de toezending van exemplaren van
rupsen en vlinders, maar ook de mededeelingen der zoozeer van bet
gewone afwijkende levenswijze ben ik aan mijnen vriend C. Ritsema Cz.
verschuldigd, zoodat dit opstel evenzeer zijn werk als het mijne zou
mogen worden genoemd.
Bij het zoeken naar de rupsen van Acenlropus niveus Oliv. in de
Brouwerskolk bij O verveen, trof deze ijverige natuuronderzoeker op
Potamogeton crispus L. meestal ook de rups van Parapoynx stratiolala L.
aan en wel in verschillende levensperioden, gehuisvest in eene woning,
die uit twee langs de randen aan elkander gesponnen bladeren harer
voedingsplant bestaat.
Terwijl, gelijk bekend is, de rups van Cataclista lemnalis L. eene
soort reeds in een der eerste deelen van dit werk (*) beschreven, wel
onder de oppervlakte van het water leeft, doch in een met lucht gevuld * I
(*) Deel IV, a°. 20.
III 35