
INCURVARIA CAPITELLA, l.
Plaat 20, Pig. 1—12.
Linnaetjs , Syst. Nat., I, 894, 418.
Treitschke, Die Schmetterl. von Europa, IX. 2. p. 61.
Herrich-Schaeeeeb , Syst. Bearb. d. Schmett. von Europa, V. p. 6 7, f. 293.
Zeller , in Linnaea entom., V. p. 317.
Wood, Index entom., p. 229, PI. 50, f., 1583.
Voor een paar jaren zond mij Prof. Weyenbergh eene beschrijving en
afbeelding van Incurvaria capitella, L., doch aangezien daaraan nog iets
ontbrak, kon die niet dadelijk in dit werk geplaatst worden; om nadere
inlichting betreffende de levenswijze en afbeelding van het ontbrekende
op de teekening wendde ik mij tot de lepidopterologen, die ik meende
dat mij hierin behulpzaam konden zijn, en de beer Mr. de Roo van
West maas was zoo welwillend mij eëne teekening der metamorphose
van de jonge rups af, met zijne aanteekeningen dienaangaande toe te
zenden. Hiervan onder dankzegging gebruik makende, heb ik uit beider
waarnemingen bet onderstaande zamengesteld en van beider teekening
met eene figuur door mij naar de natuur bewerkt, nevensgaande plaat
geordonneerd.
Op vele plaatsen, waar aalbessen gekweekt worden, bebooren de rupsen
en vlindertjes dezer soort niet tot de zeldzaamheden en zijn er jaarlijks
te vinden