
PSYCHE HIRSUTELLA M
Plaat 14, Fig. 1—9.
Hiirnku, Samml. Eur. Schmett., Tin. PI. 1, fig. 3, Text, p. 14.
Haworth, Lepid. Brit., p. 157 [Ps. fusca).
Ochsenheim er u. Treitschke , Schmett. v. Eur., III, s. 172, IV, s. 198
u. X , 1 . 169 (Calvella).
Herbich-Schaefeeb , Neue Schmett. Raup. u. Säcke, fig. 4 en 5.
S nerlen, De Vlinders v. Nederl., I , bl. 122 (Ps. fusca).
Het zal menigen beoefenaar der Entomologie vreemd voorkomen, dat
ik de vlindersoort, die ik ga beschrijven, ondeï boyengenoemden naam
opgeef; doch de meer en meer veld winnende opinie, dat het regt van
prioriteit moet gehandhaafd worden, zal er eenmaal eenheid wezen, deed
mij het voetspoor van Staudinger (IV. Cat. pag. 64) drukken.
Het schijnt, tot dusverre, dat de provincie Noord-Braband, met name
de omstreken van Breda, dat gewest is van ons land, waar de meeste
soorten van het geslacht Psyche Schrank zich ophouden. Immers niet
minder dan vijf species daarvan heb ik reeds in onzen onmiddelijken
omtrek buit gemaakt. Een der hier veelvuldig voorkomende soorten is
die, welke wij nu zullen behandelen. In al onze bosschen is zij verre
van zeldzaam, en zelfs trof ik hare zakken meermalen in heggen en
kreupelbosschen rondom vrij gelegen akkers.
Door de even keurige als juiste teekeningen, die Dr. Snellen van
Vollenhoven wel voor deze bijdrage heeft willen teekenen, hen ik in
staat gesteld genoemde species in dit werk te beschrijven.
In het laatst der maand Junij of begin van Julij kan men op zonnige
dagen de mannetjes van Psyche hirsutella Hübn., soms vrij talrijk rondom
de aan boomen vastgehechte vrouwelijke zakken in wilde vlugt zien
rondvliegen, zich plotseling op een zak neêrzetten, en na betrekkelijk
korten tijd zich weêr even vlug verwijderen. In dien korten tijd heeft
de paring plaats gehad en spoedig daarop legt het wijfje hare eijeren in
het inwendige van den zak, ja zelfs in de ledige poppenschil. Eenige
dagen daarna, ik weet de juiste tijdsbepaling niet, worden de rupsjes
gekipt, eten de overblijfselen der eijeren op en vórmen zich uit de inwendige
deelen des moederlijken zaks een kokertje, dat volmaakt op
eene ruige Perzische muts gelijkt, alzoo geheel verschilt in vorm van
den zak der oudere rupsen. Weldra verlaten zij de moederlijke woning,
en het is zeer aardig de vreemde processie der gemutste diertjes, één
voor één voortloopend, waar te nemen. Bij mij gebeurde dit 17 Julij.
Van de eijeren zag ik alleen nog fragmenten; de dopjes zagen er geelachtig
wit uit en ik kon er geen spoor van teekening aan waarnemen.
Intusschen het waren ook maar kleine stukjes. Alles gaat in den zak zoo
verborgen toe, dat de rupsjes reeds zijn uitgekomen vóór dat men weet of
de rups wel verpopt is. Nu kon men den zak wel openknippen, doch
men laat het, wijl dergelijke operatie meestal doodelijk voor de volwassen
rups afloopt. In zeer enkele gevallen, zoo als dit bij Dr. Snellen van
Vollenhoven plaats had , maakt zich de rups vrij spoedig eene nieuwe
woning, doch dit komt hoogst zelden voor.
De rupsjes, om op deze terug te komen, afgebeeld bij fig. 1, natuurlijke
grootte fig. 1 a, zijn vuilgeel van kleur; dé drie voorste lijfsringen,
van hoornachtige klaauwtjes voorzien, zijn met een dikker blinkend chi-
tine-bekleedsel bedekt; de overige ringen, met acht buikpooten, zijn
week. De drie voórpooten dienen alleen tot loopen, de overigen dienen
tot vasthouden aan den zak, die dan ook bij het gaan steeds omhoog
gerigt is.
Ik had mijne nipjes, zoo wat 100 in getal, dadelijk malseh eikenloof
* voorgezet, waarin zij kleine gaatjes beten, zoodat zulk een blad
er op het laatst uitzag als eene zeef. De eente dagen bleven zij gezellig
bij elkander, doch nadat zij hare kokertjes aan de voorzijde iets vergroot
hadden, begonnen zij zich te verspreiden, en ik begreep dat zij thans
* De rups van Psyche hirsutella Hübn. is bepaald polyphaag. Ik vond haar op berk, eik,
beuk, olm , lijsterbes, böschbessen, papenmuts, enz.