
de achtervleugels met eene booglijn, terwijl op alle vleugels de middelpunten
zeer duidelijk zijn.
Cidaria juniperala L. komt bijna in geheel Europa voor, en schijnt
daar, waar haar voedsel groeit, immers de rups vreet alleen de naaldjes
van Jwnïperus communis, nergens zeldzaam.
In ons land werd zij gevangen in Gelderland, Limburg en Noord-
Braband. Op de Galdersche heide bij Breda is zij op plaatsen, waar
de jeneverstruik groeit, zeer gemeen. Zij laat zich met haar voedsel
gemakkelijk overplanten; ik ondervond dat in mijn tuin, toen ik voor
ongeveer drie jaren jeneverstruiken van genoemde heide daarin liet overbrengen.
Nog steeds hangen in het late najaar vele vlinders onzer soort
aan de naaldjes en takken daarvan.
Breda, 1 November 1873. F. J. M. H eylaerts Jr.
Fig. 1."Eitjes op een naaldje van Juniperus communis gelegd, vergroot.
„ la. Dezelfde in natuurlijke grootte.
„ 2. Een afzonderlijk ei, sterker vergroot, met doorschijnend embryo.
r 3. De rups na de derde vervelling.
„ 4. Eenige ringen dier rups, sterk vergroot.
„ 5. De rups na de vierde vervelling.
„ 6. De kop en voorste ringen, sterk vergroot.
„ 7. De laatste ringen, sterk vergroot.
„ 8. De pop, vergroot.
„ 8a. Dezelfde in omtrek en natuurlijke grootte.
„ 9. De mannelijke vlinder.
„ 10. De vrouwelijke vlinder.
CIDARIA JTIINIPERATA, L.