
CIDARIA YITTATA, Bokkh.
Plaat 15, Fig. 1—8.
Borkhausen , Eur. Schmett. Ve deel, pag. 63, n°. 7. Pliai. Geom. vilt.
Hübner, Samml. Eur. Schmctt. Geom., Tab. 52, fig. 270. Geom. lignala.
T reitschke, Schmett. v. Europa, VI. 2, pag. 61. Acidelia lignala.
Snellen, Vlinders van Ned. Macrolep., pag. 641. Cidaria lignata.
De Graaf , Tijdsc/ir. voor Ent. 2e Serie. IV. pag. 27, rups van n »
Snellen, ibidem » « » . u
Nadat, zoo als ik op de aangehaalde plaats in de Vlinders van Nederland
zeide, omtrent de rups van Lignala niets anders bekend was dan de korte
aanteekening van den heer de Graaf in de Bouwstoffen voor ecne Fauna
van Nederland, zagen in het bovengenoemde deel van het Tijdschrift voor
Entomologie twee uitvoerige beschrgvingen der eerste toestanden het licht.
In den zomer van 1871 was ik bovendien in de gelegenheid om van een
bevrucht wijfje van onzen spanner, dat ik den 13en Augustus ving, eenige
eijeren te bekomen, waaruit spoedig de rupsen te voorschijn kwamen.
Ik verzocht toen den heer Snellen van Vollenhoven de rups te willen
afteekenen voor het werk van Sepp, aan welk verzoek mijn geachte
vriend de goedheid had van te voldoen, zoodat thans de zoolang onbekende
rups en pop niet alleen beschreven, maar ook afgebceld voor ons
liggen, in 13