
11
i S O N A T U Ü R K U N D' 1 G ET
' ■ - \ ■
ren zo fyn als hair ingefneden zyn; zy zyn wis-
achtig en’ zagt; zy groeit in de fpleeten, era
op de fchorsfen der boomen, als Eiken-,Pope,
lier , Oimen, B e rk en en Appelbooraen jPeere-
boomen, Pyiiboostien, Denoeboomen, C e -
derbooiiien enz. Die geene, welke men op de
Cederboomea vindc, word het hoogfte gefchat; *
zy is zeer zamentrekkende; in een afkookzel
ingenomen zynd®, doet-zy de brakingen, buikloop
en bloedilortingen ophoüdeB: de Reuk-
Werkers gebruiken het poeijer van deeze mosch
toc den grondflag van hec poefjer vm .CypriiS:
Deze op fchuimlöpeiadeplanc is den boometi zeer
fchadelyk. — De vUssagtige mosch, oidfi. Nostoch
der Duiifchers, is mede eeae foort van
Longenkruid, o f vliesagtige mosch, dat eenigzins
vetagtig is , evera als een dryvend ge-
le i , en byna akoos gekronkeld; zy heeft eea
bleeke groene kleur, en geen fmaak , zy groeit
en fpreid zig längs de wegen , en in de weiden
uit, men vindt dezelve op vgfcheiden
plaatzen : wanneer zy zig uitfpreid, zo, gelykt
zy eenigzins naar de mosch met bladeren van
iatouw, en wordt gemaklyk verbroken .* zyver-
toont zig niec dan .tusfchen de nagteyening. van
de L en te , en die van den Herfst', De Heer
Magnol zegt,ds.1 deze plant, ftraks na den regen
aan de grasryke boorden van de velden,
te voorfchyn komt, vooral aan de zyden, wellt
© tegens over de opgaande zon zyn ,roaar
- , ' . das.
Ä A N M E R K I te G r. N. l ’S l
Sr ty wel ras verdort: zie daar, waarom men
■baar kortftöndig .noemt: zy ontbind zig byna
(reheel in het water, en verdorf in weimg
^ De Goudzoekers, aan weike wy de
kennis der Nostoch verfchuldigt zyn, verbalen
for wonderbare zaken van; verfieren haar met
Hemelfche naamen, en befchouwen haar, als-
het grondbeginfel, en den wornl van degeheele
.groeibaare Natuur; huQoe fchriften zyn m dit
opzigt met verdlgtzelen en duisterheden ver-
vuld. De Kruldkiiadigsn noemen haar Mosch -
plant. De zo’o evengenoemde Heer Magml
is 'd e eerfte geweest, die haar onder de
' planten geplaatst heeft: de Heer de Tourne-
fort heeft dit mede gedaan: eneindelyk heefc de
Heer, Geofroi de Jonge, in de Meraorievaa
de F r a n f c b e A k a d e m i e der Wetenfchappen, te
Parys, voor’ t jaar 1708, ons klaarblykelyker
derzelver groeijing doen kennen, als mede de
geneesmiddelen, die men ’er uic trekt, en derzelver
gebruik, Deeze fchryver heefc, in hec
opfteüers van zyne Memorie , in navolging van
e e n v^«/«^2ewÄ)Geneesheer gezegt, dat hec
water van de Nostoch, alleen door de bitte der
zon gediftilleerd, ingenomen zynde, de fmer-
ten ftilc, en dat het de hardnekkigfte verzwee-
fIngen geneest, en zelfs de kanker en fistels,
zo men’er ftukken lynwaat, of flaneiindoopt,
en men dezelve op deeze kwalen legt. Des-
plfspoeder, in de dofis van twee of driegrei-
M g ' , * r.en,
y p
f.*’
1 L >'
< 1
l i f ¥
U X
1 1 >\\
' F
i .
x l r F
. ! :
P C.
7 B-J
) ' U i»- I
ri
.•^1