
ll.-’-
I,í
Itr ,
! ;
den. Deéze boom heeft in ’ t algemeen eene
fchoone gedaante , *t geen hem zeer gefchikt
doet z yn , om ’er wandellaanen en anderetuin»
fiieraaden vmii aante leggen, welke in den Herßt
nog een fraai groen behouden ; en vermits hy in ’ t
groeijen verfchiiiende gedaanten aanneemen kan,
zo is hy niec minder dan de jokboomeii be-
kwamn tot heggen enz. Zyn fchors is doorgaans
glad enteéftagtig. Deeze boom, die van zeer
veel nut isfefi^rpeit vry wel in allerlei foorten
van gronden, maar meer o f min fpoedig, naar
dat de grond hem voordeeliger is. I n ’t alge-
meen groeijen de Beuken veel fpoediger cn
Worden veel grooter, in een lichte en vogtige
aarde; hy groeit zelfs in zuiver zand, mits het
vogtig is. ' ^
V. Hoe kan men gevoeglykst een Bosch van
"Beuken aanleggen.
A . Zullts kan men doen met de Beukpitten
te zaayen , die hetzaadderBeukenzyn, nadat
men alvorensde voorzorg gebruikt heeft, om de.
zelve i n ’ t water, dat uitdemesthoopenzakt,
te weeken, welk dezelve eenen onaangenaamen
fmaak mededeeit, en belet, datzy doorde veld-
muizen niet gegeeten worden. Men bereid de
aarde door de ploeg, en men zaait de Beukpitten
te gelijk met garst en haver, die aan de jonge
planten de noodige fchaduw verfchaft, en
den aankweeker eenebelooning voor zyne moeite
en arbeid oplevert. Ook kan men Beukeboo‘
boomen aanleggen , door middel van jonge
planten, die men ligtelyk in de bosfehen kan
bekomen; boe jonger de plant is , hoe gemakkelyker
zy te verplanten is. Dewyl nu deeze
boom zeer fraai is , en eene fchoone uitwerking
in de laanen doet, zo heeft een zekerliefheb-
her van planten, volgens zyn eigen ondervin-
ding, eene zeer gewigtige waarneeming gedaan,
naamelyk, wanneer men wandellaanen van deceive
aanlegt, dat de Stutpalen, die men aan
de vóeten der boomen plaatst, om hen tegen
bet geweld van den wind te onderfchragen, of
hen recht te doen groeijen, altoos aandeZuid-
zyde moeten geplaatst worden. In dezen ilaat,
zegt hi], verfchaffen zy meer nut dan men denkt,
vermits de Noordewind, zelfs in de koude land-
ilreeken, zo veel nadeel aan de eerst geplante
boomen niet toebrengt , als de Zuiderzon
in den zomer.
V . Vain welk nut is het BeukenhoUt}
A . Het Beukenhout, waar van men menig-
vuld’ig gebruik maakt, tot een groot getai nut-
tige zaaken, gelyk ik U zal doen zien, kan zelfs
in plaats van Eikenhout gebruikt worden, in
zulke lauden, daar dit hout ontbreekt, zomen
een middel kon uit vinden, om het voor de wor-
men te bewaren. Het gebrek endevermindering
van de Eikenboomen heeft den Eiigelfchen het
eerst het denkbeeld verfchaft, om ander hout
sn deszelfs plaats te gebruiken. De Beuke, die
L 2 in
■mi
te
.!■
Y 'l