
'
i'í
P& N A T tr U R K ü N D 1 G E
„ baarig, en te uitdnikkelyk Voorílel, welk hy
„ in zyne jonkheicl gemaakt had , niet eenslda|)s
,, te laaten vaaren.
„ Men kan -zig van dk verfehynzel der Qe*
„ zigrkunde een deifikbeeld vórnléni, door het
„ bykomend beeid te befchouwen , dat door
eene dübbele terugkaatzing zig vertoolit,
„-wannee rmen eén verlieht voorvVerp, opeen
„ donkeren grond geplaatst, en dat éene zeer
„ kleine middellyn heeft, door een enkel Lia -
,, fenglas befchouwt ; om ais dan een tweede
„ beeid, gelykvormig aan het hoofdvóorwérp ,
„ doeh kleinder, te zien, heeft men flegts het
„ Linfetiglas zodanig te plaátfen, dat het vóor-
„ werp buiten den as van het glas v a lt ; dit
tweede beéld , dat men voor een Satelliet van
Venm heeft geñomen, verfchyntaaii denzelf-
„ den kant , ais het voorvverp , o f aan den
„ overflaanden kant, en hetzelve is regt o f omgekeerd,
naar de verfcheiden flanden van het
„ Linfenglas van het oog, en van het voorwerp,
Indien men twee I.infen glafen zamen-
„ voégd , zal men verfcheide dubbeide terug-
„ kaatzingen van hetzelfde foort hebben, ten
„ minüen in zekere flanden; maar dezelve zyn
mecstentyds oumerkbaar, om dat haar licht
„ verflrooid , en háár brandpunt te dicht by het
oog is , o f dat zy buiten het veld des Verre-
kykers vallen. (V . B o s c o v i t s c h pag.
,,a8 6> ”
Zie
. Zìe daar nu bet gevoelen van den Heer d r
T A l a n d e , over dit onderwerp , waar mt
genoegzaam blykt, d a t d i e Heer, op verre na
fo„- tflet van de volkomen zekerheid dicr zaa-
keLvettuigd is. Intusfchen echter is h e t nret
onmogelyk, en het kan ook zeer wel waarzyn,^
dat L m ' een wagter heeft ; maar iets waar-
f c h y n l y k t e geloven, o f iets m e j j o m e n -J-
imrheid te weeten, of vast te ftellen en tebe-,
paalen , is by de Wiskonftenaars m dergelyke
waarneemingen, een groot onderfcbeid.
V . Zouden dan alle die Heeren kwalylc ge-
A "Mkfchien ja ; om dat een veel grooter en
aanzienlyker getai vermaarde, en in de
kunde ervaaten mannen, tot nog o ,
1,™ aangewende vlyt en y v e r , geen w a g e r van
Venus hebben kunnen ontdekken, noch i i j
byzonder , noch by den overgang van Venus
voorby de fchyf der zonne.
V. Maar hoe dan met den Heer a b r a h a m
s c H* E u T E N , A d A M s z . , den ncgeiiden getuige
, by den Heer Martinet, en die opgegeev’en
wordt, als den Wagter by Venus, in ’ t Jaar 176 f ,
over den fchyf der zonne te hebben zien pasfee-
ren, en, fchoon in het Astronomisch werk van
den Heer »’e la Lande, niet genoemd, in deezen
echter de man is , daar het inzonderheid op
aankoHit, dat i s , o p w i e n s waarneemingen (vo lgens
de opgave van den Heer Martinet meer
.. ...
K -
i,.
f- Ì7&:;r
fe: -
fe m