
'H
' I
F/;
\i
1 1 :
I” i
f ¥. ■ f
I. ri
r<
'A
Vx
I
I /
om zynen leerling te doen waarneemen , dat de
bioemen flaapen en waaken, dat ze liet weCr
voorlpellen, of bet zal regenen, ftormcn, o f
mooi wefir z y n ; dat zy een inwemlig gevoel
hebben , ja dat men , (en hoe vreemd moet
zulks niet in dc ooren van veelen klinken! ) , een
horologie van bioemen, in onze tuinen kan maken
, vermits de bioemen z ig , naar hunnen aart,
op verfchiiiende uuren van den dag openen, en
aan welke opening men zien kan hoe laat het
op den dag is , en dat de Boksbaard Tragropo-
fon ons aantoont, wanneer de Zon de Linie
pasfeert , vermits zy alsdan baare bioemen
opent. ----- Voorwaar alien zeer zonderlinge
eigenfchappen, doch onder alle deezen is die
van den Boksbaard, naar myne gedagten, wel
de merkwaardigfte, en hierom verlang ik uwe
uitbreiding over deeze plant,
A . De Boksbaard , o f yofephshloem is een
plant ,van welke men verfcheiden foorten heeft.
Ik zal U echter flechts twee voornaame bp-
noemen , te weeten, eerftelyk, de witte Boks-
iaard, en vervolgens de wilde o f gemeene. De
wortel van de eerstgeiiomde plant heeft de dikte
van den kleinften vinger; is recht,zacht,melkach-
tig zoetvan fmaak, en uit-en inwendig wit: hy
fchiet een fteel uit, die omtrent de hoogte van
twee voeten heeft, hy is rond, h o i, getakt ,
en met verfcheiden bladeren b e ze t, die naar
die van den Bietwortel gelyken; de bloemeu
*ka«
komen in den zomer op de toppen der takken
te voorfchyn; ieder derzelve is een trots van
halve bloempjes van een purperagugekleur; op
dezelve volgen lange, langwerpige, ronde, ge-
groefdc, en met een pluim van dons bezette
Laden. De geheele plant geeft , in groote
menigte, een melkachtig , lymachng en zoet
fap uit , dat in den beginne wit i s , en vervol-
gens geel wordt : men kweekt dezelve in de
tuinen , gelyk het Adderskruid aan , om dat
baare wortelen, in de fpyze, gebruikt worden.
De wilde o f gemeene Boksbaard groeit byna
overal in de weiden en op de velden, dmeemg-
zins vogtig en vet z y n : haar wortel g eyk
uaar dien van het Adderkruid : haar fteel
één en een half voet hoog: haare bladeren ge-
lyken naar die van de Safferaan: haare bioemen,
die in May en Juny te voorfchyn komen ,
zyn geelachtig , en gelyken naar die van de
Leeuwentandi haare zaaden zyn aschkleurig,
eu heffen z ig , door middel van haar dons, in de
lucht op ; hier na fchiet de plant weder u it, en
bloeit op nieuw, in July tu Augustus. Nog
merkt men aan, dat alle de bioemen van dee.
ze plant zieh naar het Ooflen keeren. De
wortelen van dezelve zyn afdryvende, eu
borstzuiverende: z y geeven een zacht voedzel
en goed fap : de bladeren zyn wondheelende
en verzachtende.
V , Zoo uitvoerig wenfche ik U ook over de Ant-
, f. ' ’ I - i i
I Hi
r "
V i
4 ■><
8
I
V ii
f e