
/ r
I- 1 ’
■
N A T O U R K U N, D
verílínd de andere. Zy leggen zestig eijeren ce
gelyk, en houden hen aan haaren buik vastge-
kleefd, toc dat ’er de jongen uic voortkomen;
vervolgens bewaaren zy haare jongen onderhaa-
ren buik, toc dac zy in ilaat zyn om te können
gaan,' en te werken.
, :V. Z y n ’er nu ook nog andere merkwaardige
Infecten, van cvelke de Heer Martinet fpreekt ?
A. Ja, nog verfcheiden, doch wyl het te
wydloopig zoude zyn, die alle aantehaalen, zo
zal ik U flogcs nog eenige merkwaardige byzon-
derbeden verhaalen van de Water fpinnen, van
welke, iets op pag. 200, gemeld wordc. Deeze
Spin is een Infecc, dat om zo te fpreeken,
een dier van beiderlei leven is , hec heefc in ’ c
water zo wel als op hec land; het zwemt in \
water, in welk alle anderedoorcen van Spinne*
koppen omkomen # waar uit het fomtyds te
voorfchyn komc,ora de Infecten te vervolgen,
en hen in her water te brengen , wanneer hec
htn gevangen heeft. Die Infecc biedc ons de
vreeradile t n weetenswaardigfte byzonderheden
aan. Dit foorc van Spinnekoppen geiykc byna
geheel naar de Land fpinnekoppen: haar agter-
ile gedeelte is van fpintuigen voorzien, van
welke zy zig bedient, om te fpinnen. Menig-
maalen ziet men haar mec veel vlugheid in hec
water zwemmen, dan(eens opwaarts en dan eens
nederwaarts: zy zwemc op den rug, mec den
buik uaar boven. Het geene hec gezigc hec
mees-
. meeste verrukc, is , dat als men die Infecc
zwemmende befchouwt, zyn buik glansryk is,
en met een zilveragtig vesnis beitreeken fcHynt,
het geen naar kwikzilver gelykt. Deeze glans
ontftaac hier door, om dac hec water zig niet
hegt aap den buik van deeze Spin, gemerkt dezelve
vet is ,en dac ’er zig altoos een blaasjeof
laag luge tusfchen hec een en ander bevind.
Deeze lucht is voor diclnfect van zeer veel nut.
Het weet zig, door die middel ,.een drooge ver-
blyfplaacs in hec water te verfchaffen. Ten dien
einde hegc deeze Spinnekop eenige draaden aan
de fcheutjes van hec kruid, dat onder het water
groeit; vervolgens begeefc zy zig naar deszelfs
oppervlakce, akoos op den rug liggende, en zy
verheft haaren buik uit het water, die droog is ,
en boven het water fchynt uic ce fteeken. Z y
trekc hem alsdan eensklaps onder, en voerc dus
een groote luchcblaas met zig, waarmede zy
bedekt blyfc: hier Op daalc zy naar haare draaden
nederwaarts, en laat ’er deeze luchcblaas,
o f ten minften een gedeelte ’er van, aan ver-
knogr, dat zig aan deeze draaden fchynt vast te
hechten. Zie daar reeds een luchtbel,een foort
van klok, in het midden van het water, welke
door de draaden der Spin ondergehouden wordt.
Vervolgens begeefc zig de Spinnekop weder
naar de oppervlakte van het water, en brengt
nieuwe lucht naar beneden, die zy in haar klok
doet overgaan, waar door deszelfs uicgebreid-
, III. SxuK. G heid
f !
1",
Í
N