
I ,
meenfte van alie foorten van mo&ch; een ieder
kent dezelve: het is een kruipende plant, eem
foorc van Linfen, die de dorre, onvruchtbaare,
en vogtige gronden bedekc, en welke men
in de bosfehen, en op de fteenen in de wQeliy-
nen vind, Haare blgderen zya lang ,, zodua
ais zeer fyn hair, zagt, groen, en fomtyds
geelaehtig: zy zyn gelyk de vederen van een
pen aan een neb vast geheehc’’ 'Dit foorc
van mosch is zamentrekkende, nucug om de
bioedftortingen te ftempen, wanneer zy ’er op
gelegd wordt; die is een geheim,, zegc
hm, dat de Kwakzaivers van da Beeren geleerd
hebben, welke, wanneer zy gekwetst zyn, het
' bioeden van hunne wonden doen ophouden
met ’er over te rollen. De fche psdm'meílie-
den maaken mede-gebruik van deeze Mosch,
om de vaartuigen te ' kalefaten. ■, Dezelfde ß
BauMn vkizkkhtt, dat mén deéze plant verdel-
gen kan, die de tuinen en vochtige weiden^
beírnet, in weike zy de kruiden doet veríiik*
ken, met ’er, in de maand Maart, de asfche:
op te ftroeijen, die gedient heeft om ioog te:
bereiden. —— De Wolfsklaauwm o f Bosch-
mosch groeit in de zandachtige Noordfche
feösfchen, op de afgelegenfte en ongenaak*
feaarfte plaatien, tusfchen dé aan zee liggende
rotzen en fteenen, en Éelfs in eenige bosfehen,
zo hier als elders; zy fchiec een zeer lange
ftéel uit-, die wyd en zyd over de aarde
kruipts
r
kruipt, en’er vah afftand tot afftand, door lange
vezelen, wortelen in fehlet. Baare takken#
welke zig, op eene verbazende w y z e , fmaldee-
len, zyn mec een groot gecal z^.-er Tmalle bladeren,
bezec, die ruuw en altö.os groen zynS
uic deeze fteelen verheffen zig dmnne voecfteel-
tjes, die roBdagtigzyn, en ahn hunne toppen
dubbeide knodfen verbeelden , die zagten geel
zyn, en Wanneer zy ryp worde'n ,eeiie ftof van zig
geeven, als men ze aanraSikt, ’ t geen naar
bloem van zwavel gelykt, 'en zeer licht ont-
brand: die is hec geene men groeibare zwavel
inoemt, (Sulphur yegeiaMleß Zy fchiec haare
takies in Juny uic, en het. is m ju ly , Augustus
en September, dac n.ien ’er dac fyne en
geele ftof op verzameleft kan, ’ c geen, wanneer
hec in de vlara van eene kaars geftrooid
wordt, eenspiaps vuur Vat, en even J s bus?
kruid blixemt: men beóienc ’er zieh, in Ru tland
en Perßen, in de vuurwarkeu, van. —
Het aikookzel van deia plant is zeer pisafdry-
vend, en een zeer good uitwendig hulpmiddel
tegens de heete jichc; toteen poeijér gemaakt,
en in rooden wyn gemengd zynde, ftopt zy de
roode löop, en de buikloop; zy maakt de tanden
vast. Het ftofogtig gedeelte, waar van wy
gefproken hebben, is nuttig tegens de VaUende
Ziekte, en de witsderige Kolyken der kmdejejj
-De Boommoscb of gsmeene mosch is
eene foorc van longenkruid, waarvan de blade-
M s
Ifer