W t-
■ff'
,/ \ ■
i i f III
f i
oplfiet Eiland Ternaie woonen # want zy zyn
het alleen, die met veel zorgvnldigheden, de
Kruidnagelen aankweeken, inzamelen, berei-
den, en door de geheele waereld, vervoeren.
De verfche Kruidnagelen geven, door uitperfing,
een dikke rosachdge en welriekende olie uit,
onder den naam van Nagel-OUe overvloedig,
bekend; maar door overhaling bekomt men ’er
een aanmerkelyke hoeveelheid wezentlyke fpe-
ceryächtige olie van, die eerst beider ligt ea
klaar i s , vervolgens rosachtig en zwaar wordt,
en door het water zinkt. Eindelyk komt
’er een dikke olie u lt , welke een brandachtige
fmaak heeft, benevens een rinsachtig vocht
Dikwils trekt men de olie uit de Kruidnagelen
per defcenjum: doch de olie der Kruidnagelen,
welke men in den koophandel vindt, is niec
altoos zuiver; veeltyds is zy met olie van de
CouUkwan vervalscht. Men z e g t , dat de
Olie der Kruidnagelen uitmuntend is tegens
de verderviug der beenderen en tandpyn; hei
is genoeg, dat men ’er een weinig katoen mede
b e v o g t ig t e n het tegens den tand le g t, in
welken men de fmerte gevoelt: in de beroerdheid
ftrykt men ’er het opperfte en onderfte ge.
deelte van het hoofd mede. — — Zie daar aan
uwe begeerte wederom voldaan!
V , Nu zyn wy tot aan de derde kostbaare
vrugt gekomen, namelyk, &tn Muskaatmoten-
¿Sff/»,w?ar van Martinetpag 163 enz.
eene
eene korte befcbryvinge geeft; zeker zult gy
hier nog iet bytevoegen hebben.
A Ik zal Ü van de inzameling en bereiding
der Muskaamooten nog eenige verdere byzonderheden
mededeelen. Wanneer de V r u j j n
van den Muskaatnootenboom ryp z y n , dan
klimmen de inwopners op d e e j boo j n , j zy
zamelen haar in , met de takken door lange
toakcn tot aig te trdtk.n, Een.g. i ;
aelve aanllo..ds mat een mes, en ey doen et
den bolllet o f eetlle fchors a f, welke men op
hoooen in de bosfehen werpt, alwaat zy doot
dfe tyd vatotten ; zo dta nu deeze fel.ot.fen
beginnen te rotten, k o o m t ’et eene t a t .an
paddeftoelen op voort, die men Boiet, Mofchc
catyni noemt : zy zyn zwartachtig, en worden
d o i d e inwooners zeer gezogt , die haat als
eenby u i t f t e k aangenaam gerecht befchouwen,
Z y brengen deeze nooten, van haar eerfte fchors
ontbloot, naar huis, en neemen ’ er de Foelie
„jet een klein mesje a f , die z y , geduurende
een dag, in de zon laaten droogen; deeze hepft
een fchoone roode kleur, maar z y wordt vervolgens
donker. Hierop brengen zy ze op een
andere plaats over , die minder voor de zon
blootgefteld i s , en laaten haar op dezelve, ge-
duurende acht dagen liggen; op dat z y we J r
een weinig zagt zou worden. Vervolgens befproeijen
zy haar met zeewater, om haar te her
letten, dat zy niet te veel zou droogen, en
E 4
I h I i
' m
' • ' I
f
.
Hl