
t 4
í I
PS ;
wofdeti, die zyne armen iiitfpreidc # en zyn proof
Weec te bemagtigen. Wanneer men dee?e proO»
ven, op allerlei wyze, verändert, zo zal mecí
altoos nieuvve verfcfiynfelén oíi'cdekken, fchoon
men een Polyp in allerlei rigtingen# en in zö
Veel ílrookeñ doorfnyd, als de behendigheid ver.
richten kan, Zo zal men zo Veel Polypen ziert
Voortkomen. Wanneer men hec hoofd van eeti
Polyp in twee deelen fcheidt,dan zullen deeze
twee halve hoofden, in weinig tyds, twee vol*
maakte hoofden worden; zo men nü dezeope-
iatien aän de twee hoofden herhaalc, dan zal
ünen ’er vier bekomen; en wanneer men zulks
Wederom aan de vier verrigt# zo bekomc men
acht hoofden op één lighaam, en wanneer men
hec lighaam Van een Polyp,op dezelfde wyze#
Verdeelt j zo zal men acht lighaamen hebben,
welke door één eenig hoofd, geregeerd Cnge-
Voed worden: zie áazt Hydra van de Fabel
weezendlyk gemaakt. De Heef Trembky
heefc een Polyp omgekeerd, gelyk meneen
kous omkeeft: men zou denken, dat de ge-
heele dierlyke hüishouding, hier door, omgewor*
pen zou worden; echter had deeze Polypus niet
ineer dan vier o f vyf dagen noodig, om een nieu *
We maag te krygen: meh kan hen zelfs ver-
fcheidenmaalen agter elkander omkeeren. Men
zal zekerlyk denken, dat dit foort van verraenig-
Vuldiging van de Polypen,alleenlyk plaats heefc,
wanneer men hen doorfoydt; maar de Heer
Trem-
Trmhhy Isert ©ns, dat hy Polypen gezien
heeft, die zig zelfs verdeelden, en zig doot
deeze gewillige a f f c h e i d i n g vermenigvuldigen;
maar deeze ongemeene vermeerdering moet
voor zeldzaam gehouden worden; zy »s «og
zeldzaamer da« de verffleerdenng van de Foly-
pen,door mtfprmnels deeze kan’er geen*
■ z i n t s b y vergeleeken worden.
V . Maar, moet ik door het woord mtjprüit
z eh , niet verftaan, de Natuurlyke voortteelinge
der Polypen, waar van de Heer Martinet
pag, 204 van zynen Katechismus, J^^eekt;
L W ^ d a t de jon g e veelvoeten uit de zyden
des lighaamswanalleouden voortkomen,of dar
de jongen uit hun lyf g r o e i j e n , gelyk eentafcof
loot uit een boom o f plant te voorfchyn komt,.
want de v e r m e n i g v u l d i g i n g of voortplanting, mec
ze aan ftukken te fnyden, gefchiedt, gelyk da
Heer Martinet hei tioerax, door konst?
A. Ja; dit hebt gy wel begreepen. De Na«
iuurvorfehers van onzen tyd, hebben ontdekt,
dat de Natuur gewild heeft, dat de Zoetwater-
Pohpen zig op alle wyzen zouden kunnen ver-
menigvuldigen, op welken de Planten zulks
doen. De eijeren der dieren, zegt de Heer
de Reaumur , komen met de zaden der
planten overeen. Men heeft eenige foorten va»
Polypen, die eijeren voortbrengen:andere be?
zitten de wonderbaare eigenfchappen, om gelyk
de planten, door afzetzels voortgeteeldje
i
M ; .
i 'y
' : : : e '
;■ m
iK |
i vvfel
■■ F
I
T:'.
f l
t ' " ■■■'73 •• ’