
I f ' i i ■
il I I
t e l (
i ' ’ '■'!
al wederom als byzondere weldaaden en zege-
ningen aangemerkt worden , om ’ t gantfche
Menschdom eene bezigheid tevericbaffen,, waar
door zy al dat geene verkrygen knnnen, waar
na z y , anders te vergeefs zouden wenfchen.*
want men ziet immers , dat menfchen, die een
overvloed van geld , o f aardfche goederen be-
zitten, en geene bepaalde bezighedeii hebben,
of moeiten behoeven aan te wenden, omhet
geen zy tot hun beftaan, o f behoeften ¡noodig
hebben, te verkrygen, veel al een verdrietig,
leedig en vadzig leeven leiden, o f allerlei yde-
le en onutce bezigheden zoeken, om zig daarmede,
zozyhetnoemen, tevermaaken, of den
tyd ongevbelig te veikwisten, — — Dan , gy
iprak zoo even van het Suikerriet.
V . Zeg my, als ’ t u gelieve, van waar dit
oorfprbnglyk is ?
A . Het echte Suikerriet fchynt een natuurlyk
voorbrengfel van de Òanarifche Eilanden
geweest te z y n , en het eerfte by de Inwooners
van Europa bekend geworden ten tyde def
Romeinen ; want het geen Plinius aantekent,
uit Jubaas verhaal van de gelukkige Eilanden,
w'el overwogen zynde , zal ons zeer weinig
twyffeling v o o r ’t een en ’ t and er overlaaten.
Wat hier van z y , wierd onder ons niet bekend,
o f aangekweekt voor eenige eeuwen laa-
ter, en bleef waarfchynlyk, in dien ftaat tot
aan den tyd , dat At Spanjaarden tn Portugeezen
,
;
zen, rondom op de YinaitnvanAfrika, begon-
¿en le handelen, en dikwils gelegenheid kree-
gen deeze Eilanden aan te doe»., van waar zy
eerst deeze plant, in Spanje en Portugal, over-
bragten , daar dezelve geregeld aangekweekt
werd, zo wel àls in hunne buitenlandfche Volk-
plahtingen. Maar hoewel bier door, op ver-
fcheide plaatfen, Suiker werd gemaakt, iuzon-
derheid te Madera, St. Thomas , en op de
Canarifihe Eilaiideii , bléef diè maar zeer weinig
toereikende, om ’ef Europa meé te voorzien,
tot daf COLUMBUS' Amertkà ontàèhtt ,
à lw a g deeze plant ¡ngevoefd en aangekweekt
■werd, fgelyk te dier tyd in veele deelen van
de Oost-Indien , en längs de Kusten van
gefchiedde, ) eh tegènwòòrdig zeerwelig in alle
vette é n vrUgtbaate gronden groeit.
V . Na gegeeven verhaal van de mehigvuldi*
ge moeiten, die ’er vereischt Worden, om de
Suiker te bereiden, beantwoordf de tìter Martinet,
At vraag van zynen Leerling, opbladz.
18 8 , ,, Of bet werk dan gedaan isV op deeze
wyze ; „ Neen, nu beèft men noch niet
meer dan fuuwe Suiker 99 -------- - _, g_ ely- k menze noemt.
„ Dan , wyl een moleii, door het water ge-
„ dreveh, zestig duizend guldens in
,9,* me host, zend men, om dergelyke en an-
„ dere kostbaare gebouwen, tot verdere zui-
„ verihg noodig, hittewinnen, "en de-Slaven
„ elders befef te pas komen, tie Suiker naar
„ Eutel
I
1