
I ’
1 1 1
1. i' /
vere Olie van Kaneel gedoopt, en in een holle
kies geftoken , wanneer men ’er tandpyn door
lydt, ftilt de fmerten; wordende de zenuw ,
door haare brandende fcherpheid, verbrand en
verdroogt.
V. Wordt niet de meefte Kaneel op C«7e»
ingezameld?
A. Ja, en de Hollanders héohtw, om zig
volftrekt alleen meefter van den handel , in deeze
dierbare fchors, te maaken, nadat zyde Portó-
geezen uit hunne bezittingen , op Ceylon, ver-
dreven hadden, dit Volk nog^ het Koningryk
Cochin , op de Kust van d e ilfö /Ä ö r , ontrukt,
om hen van een Kaneelhandel te berooven ,
welke met een foort van wilde Kaneel gedreven
wierd, die in deeze landftreek groeit, eu die
z y , onder den naam van Portugeefche Kaneel,
Wilde Kaneel, of Graauwe Kaneel verkogten.
Het eerft, dat zy na deeze overvvinning verrich-
teden, was, dat zy alle de wildeKaneelboomen
nitroeiden, — Alle de Kaneel, van welke de
Hollanders de geheele waereld voorzien, wordt
in een uitgefttektheid van veertien uuren, längs
de Zeekusten van hetEiland Coy/o« ingezameld.
Zy laaten niet meer dan een zeker getai Kaneelboomen
groeijen, vermits z y , door een ondervinding
van meer dan hondert jaaren, weeten,
hoe veel Kaneel hen, tot den Koophandel noodig
is; en zyn overreed, dat zy niet meer
van dezelve verkoopen zouden, alftelden zyden
prys
prya to g « . Sommige.. fctattei. de hoeveel.
« v.n Kaneel, die ay j.arlsto » Enropa
r n no omtrent zes hondert du\zena
; : r : d i le n a .
Aer hondert duizend ponden,
overige- twee hondert duizend ponden , tot h
gebruik der inwooners. , , '
V Welk een overvloed, en h o e gelyk aan
dien’, die van de Kruidnagelen, jaarlyksingezam
e l d w o r d t , volgens het bericht, dat de H j
Martinet ons daar van geeft, op ' J *
Maar wanneer gefchiedt de inzameling der Kruid-
"T ^M e n begint met dezelve, voor het ontlni-
ken der bloem, datis , mAtmaanAOBoher,jTi
eindigt daarmede in February. De J J S
' wordt deels, en wei voornaamlyk met de handen
gedaan, deels, door middel van lange rysjes
of riet- ftokken ; men vergadert dit foort van
vrugten, op ftukken lynwaat, welke men onder
d e boomen uirfpreidt; fomtyds laat men haat
OP de aarde vallen , na dat men zorgvuldig de
kruiden onder deeze boomen, in den tyd van
de inzameling , afgefneden heeft. Op deeze
tyden zyn de kruidnagelen rosachtig; maar zy
worden, onder het droogen, en door den rook
zwartachtig; want men wil, dat menze op hor-
den voor derirook blootftelt, en dat men ze
verder in dezenlaat drogen. Niemant is h j
van beter onderricht dan de HoUanders, welke
E s op
:,:km
. f t !
foil
'-•'I
f