
IJ : il,
■ Iin Í i"¥'
1 '
11 I
, I
XjF'
a ' ' N A T U U R K U N D r G 2
de Deel van zynm Natuurkundigen Katechismus;
en G y . die tny reeds drie vierde deelen
van dsnzeiven zoo regt nuttig gemaakt hebt,
Gy zult U nog wel willen verledigen, om ook
dit laatfte gededlte daarvan , waar ’t noodig
is , voor my optehelderen, en nitiebreiden?
A . Ik verlang ten minften ze er, met U , over
de opgegeevene bnderwerpen te nioogen fpree-
ken. Maar'Idaten w y tdch allefeßlichtplegin-
gen vermyden, daar wy malkanderen zo recht
gemeenzaaui mogten onderwyzen. ------ En
terwyl wy ons nu wederom daar toe gaan af*
zoiideren , is myne bede, dat onze Welmecnen-
de poogingen mögen ftrekken ter verheerlyking
van den God der Natuure, en ten, wezenlyken
iiutte van ons, eh oiizen evenmenscli!'■
V. U dan wederom voor my bereid vinden-
de, maak ik eenen aanvang met uwe gedachten
te vraagen over een gedeelce van bladz. iS ,
in onzen Katechismus. Naamelyk , de Heer
Martinet vraagt zynen leerling aldzat: Wat
oordeelt gy dan van het zwart en het wit,
zyn dit a I of geene kleuren 1 En hier op wordt
geantwoord : My dunkt gewis niet ongerymd
te zyn , te fleUen , dat wit en zwart geene
kleuren zyn.
A. Het w it, vooreerft, is zekerlyk niet anders
dan eene vermenging van alle kleuren,
en dit zal daadelyk blyken, wanneer men verf-
ftoffen van verfcheiden kleuren, in zekere me*
’ . iiiga
a n M E R- K I N G E N . 3
-nigte fonder een mengt, als Auripigment ,
Spaanfch Groen , Blaauwzel en Purper; en als
' men deeze dik op papier fmeert , en het op
een afftand van i8’ voeten beziet, zal dit poeijer
’ er even wit uitzién, als het papier zelf, en düs
is het ook gelegen met het zwart , dat uit
eene vermenginge van verfcheiden kleuren ge-
boren wordt, gelyk de Fleer Martinet U ook,
fop de volgende i3de pag. aantooni, dat door
vermenginge van geel, rood en hlaauw, eerie
donkere kleur , byna zwart gelyk, geboren
wordt. Bovendien kan men , uit deeze diie
kleuren , ook allerlei foort van andere kleu-
rcn, in waterverf, tevoorfehyn brengen, gelyk
my een zeker liefhebber enkonstfchilder, diedk
b y onder vindin g had, duidelyk beeft aangetoond,
in het vervaardigen van verfcheide fraaije Land-
fchapjes met waterverf. Verder, wat het zwart
aangaat, wanneer men Galnoten , korten tyd,
in water heefc laaten trekken, op dat alles wit
blyve, cn men for gemeen Koperrood bygiet,
o f die in het vuur, tot wit zyn toe, of wel tot
roode Cocothar toe , brand , zal men aanftónds
een zwart vogt hebben ; doch byaldien men
for eenige druppen olie van Koperrood of Sterk-
watcr bygiet, verdwynt alle zwarte kieur ,
On de voorige belderheid komt weder; maár
giet men ’er dan eenige druppeien hog vah
potascb b y, dan zal aanftonds alles zeer zwärt
worden; intusfchen kan men deeze kleilr ook
A a wcr
T>'
■; ' ■-‘«4
I vf
t. . fe :
k *!í
Í'
iff '!> i:l
1 ,h fe I '
’■ ' ll
f i ß
:■ f ' V *
f fe , ^
Í ' fe
I 4(I hf*
fe ' 4 \
r xi l
- - 'cY
i
■ f i ,
i*
fi
-a'.l
#>1
? ‘ i
''fel
-fi