
■Vf,
‘ li
if'i'
f
ken, ZO zy deszelfs zamenftel niet kennen. —■
Op de Franfche Eilanden maakt men brooden
van de Kakauw, die zuiver en zonder eenige
feyvoegzelen vervaardigt worden; en wanneer
men deeze Chocelade gebruiken w il, fchraapü
jnen ’er eene genoegzaame hoeveelheid af, en
voegt ’ er meer o f min Kaneel, Suiker en Oran-
gebloemen by. De Chocolade, die dus bereid
i s , heeft een lieflyken geur, en een groote aan«
genaamheid. Schoon de Banille zeer gemeen
•op deeze Eilanden i s , zo maakt men ’er echter
geen gebruik van in de bereldingen van de Cho-.
colade. — Wat nu verder het goed, o f kwaad
gebruik dtr Chocolade aaxihümgt, daaromtrent
geeft U de -Heer eenig onderrigt, op
pag. 196 en 197-
V . Eindigen w y nu onze gefprekken over de
Voortbrengfeien van htxOosten tn Westen, met
eenige byzonderheden van dtn. Katoenboom
welken by den Heer Martinet niet te vinden
zyn. Die boom immers is onzen aandacht
Qvefwaardig ?
A . De Katoenhoom is zeker een der nuttigile
planten, die de Natuur ons, mdtbeideIndien,
aanbiedt, en die de menfchelyke vernuftigheid
met de meeste konst bearbeid. Men heeft verfcheiden
foorten van Eatoenplanten, waarvaa
eenige tot boomen opfchieten, en een andere
een plant b ly ft, die onder den mamvaxigemee-
■:m Katoenplam bekend is ; deeze wordt in ’£,
L atju
Latyn Kylon. Herbacaum genoemd, dn tegen-
ftelling van de anderen foorten, die men den
naam van Xyion Jrboreum , Katoenhoom
geeft, — Men kan drie foorten van deeze
Katoenboomen .onderfcheiden, welke door de
fchoonheid, en fynheid van het Katoen verfchillen
, als mede door de fchikking der zaaden
, in hunne peulen. ’Er groeit op Mar-
■ tinique een fo o r t, welker zaaden , in plaats
van in de peulen verfpreid te z y n , by een
gepakt, en in het midden van een zeer harde
v io k , op een gehoopt zyn , ’ t geen haar
■Steenkatoen heeft doen noemen ; het is deeze ,
die het fchoonfte Katoen voortbrengt. Voor
de twee anderen foorten levert de eene het
gemeenfte Katoen u it , van welk men matras-
fen, en gemeene lynwaten maakt, en de andere
, een fyn wit Katoen , van welk men
zeer fyn lynwaat vervaardigen kan.
De Heer de Prefontaine merkt aan, dat het
Katoen, onder iWt dt Amerikaanfche \oopwa-
reu, dat geene is , dat het gemakkelykftekan
aangekweekt worden , en waar toe men het
minfte getai Negers noodig heeft. De Katoen-
boom komt van zaaden voort; alle gronden zyn
hem nuttig, als hy eenmaal uit de aarde vooit-
gekomeii is, Wanneer de boom ter hoogte van
acht voeten opgefchoten is , zo verbreekt men
zyn k ru in; waar door hy rond wordt; meukapt
mede de takken a f, die hunne vrugten, totryp-
F 3 held
I-
■r-'ü,
I'-';. ir. il
0 m
m
J
. lisi
P : .
life.'
t e ,
H