
I i‘
r
' I f
1 1 >1
U' ,, ''
„ verzekerende,dat wy nu, tot den volgenden
„ dag wagcende, zonder eenig gevaar, de Slang
„ zouden magcig worden; maar dat in deezen
55 ftaac iets tegen haar te onderneemen, voor
„ meer dan een onzer doodlyk zou kunnen
„ wezen. Ik luisterde naar dien raad,denkende,
„ dat ik my, op hunne ervaarnis, best en vei*
„ ligsc kon verlaten. 3
„ Schoon de den dans, niet kon..ont-
s, fpringen, noch zig oncflaan van diengedug-
„ ten vyand, gaf hy echter de Slang genoeg
„ te doen. De poogingen, die hy te werk
„ ftelde , en honderdmaalen herhaalde, om
„ weder los te geraken, vereischten aide kragt
„ en al de oplettenheid van de Slang. De
„ zwaarte van haar lighaam, en de fterke flinV
, , ting rondom den Tyger , waren de eenigfte
„ middelen, om de overwinning te blyven be»
„ houden. Ondertusfchen kon de Tyger haar
5, nog tot geen voedzel ftrekken. Men kan
,, zig niet verbeelden de veelvuldige fmercen,
„ die dit beesc moesc uitftaan; zy gaan de ver-
„ bedding van alle pynigingen te boven. Na
eenige uuren worftelens, fcheen hy geheel
afgemat, en men zou hem voor dood gehouden
hebben. ’ Toen deed de Slang haar
best ora hem de beenderen te breekeh,door
met eene vemieuwde fluidng haaren prooy
te klemmen, doch dit nietgelukkende, fleepte
zy hec diendig flagtoffer,naar.den boom, en
■ 7 . ' „ wy
»J
J?
S)
53
85
35
KM
M E -R. & I N.G É
y, wy aanfchoHwden vervolgens wat gebruik zy,
daarvan maakte. De Natuur fehync deezen'
5# dieren onderrigt te hebben, dat, fchoon zy
beeste-n,. van die grootte als den
>, vdlen, zy dezelve echter niet kunnen opeeten #
„ zo als Zy zyn ; het lighaam istegroot, omin
j,, hunne maag te komen; zy moeten het dan
ill, eene min vaste klomp hervormen, en
„ wanneer zy te vergeefs zulks gepoogd heb*
„ ben, door alleen met .het omgeflingerde lyf
„ te knypen, neemen zy den boom te hulp&
Wanneer de Slang by den boom kwam, bepc
,5 zy op nieuw haaren prooy in den rug, en,
bragt dien tegen dén boom aan , enflingerde
,, zig vervolgens om beide, mec zo ved ge*
, , welds, dat de beenderen noodwendig moes*
„ ten te pletter raakens Op deeze wyze brak
I, zy eerst de eene, en vervolgens de anderes
„ zyde, en maakte dus twee platte ftukken^'
Middderwyl leefde de ongelukkige tygef
5, nog,en b y ’ckraakenderribbe‘n,dacwykon?
,, den hoofen, floeg hy een zo naar gduid; dac
,, hec hardfte hart met meddyden werd aange-
„ daan, eh wy den haat, die Wy iiatuurlyfe
»5 tegen deeze dieren hebben, als vergateo»
„ De Slang ftelde dit zelfde te werk, op hec
„ bekkeneei, *c wdk haar vry meer nioeife
5, kostte, zo'dat zy, afgemat, en ziende, dac
j, de prooy haar niet zou ontfnappen, dien den
„ gantfchen nagt liet liggen, aan den voec des
III, Stuk, H bootnSjr
Í 4 m
\ r ? .
H H
" ¡ I
• A h
* ^/ '*I1
ty ,
' ri
!
m
|1