
I'.V-.
V a t
fe. aI
aldus in zyn werk. Ds Byen laaten de Hommels
o f ¡nannetjes bykans zes weeken leeven, te
fekenen van den dag dsroprigt'ngvandeMaat-
fchappy, op datzy tyd zouden hebben,om de
Koningin te bevrugten. Eene Moederbye ^ wel-'
ke de eenigfte van haare Sexein de korf is, met
zeven o f acht hondert, en zelfs duizend man-
netjes, is in hec geval van de Koningin van
Acbem, die een Serail van mannen heefc. Zo
alle deeze mannetjes drifcige echcgenpten geweest
waren ,ea op een oogenblik alle gebruik
van hun regc hadden willen maaken,dan zou zulks
een Chaos vol verwarringe verwekc hebben,
wanc dewyl hec zodanig gefchikt was, dac een
eenig wyfje by duizend mannetjes moest woo-
nen, zo was het noodzaakelyk, dac alle de
mannetjes zeerkoel waren, dat zy hen tot Lief-
densbedryven moest aanipooren, en dat zy vry»
heid had , om uit alien, die geene te verkiezen,
welke zy met haare gunsten vereeren wilde. En
dit is ook het geene wezendlyk gebeurc, zo als
de ondervinding zulks aan den Heer de Reaumur
geleerd heeft. Hy flooc eene jonge
Koningin met een mannetje in een giazen vat op ,
en zag, dat alle de liefkozingen, die de gemee-
iie Byen alcoos aan de Moederbye doen, deeze
die aan hec mannetje bewees: zy ftreelde hem met
haaren f mk, en pooten , terwyl zy rondom hem
ging; zy bood hem honing aan: alle deeze lief-
koolingen onderging die mannetje, met eene vol-
■ ' ‘ " kokomen
gevoelloosheld, maar na verloop van
een vierde uur, fcheen hy wat aandoening te
krygen, en als het wyfje zig regt voor hemge-
plaatsc, en den kop van deezen gevoelloozen
minnaar, met haare pooten, geftreeld had, en
haare fprieten zelfs mede doen werken, befloot
het mannetje eindelyk, om haare liefkozingen,
door andere van dien aarc, te beantwoorden.
Door deeze voorafgaande bewyzen van drift,
wekte de Koningin haaren koelen echtgenoot
eindelyk o p , die langzamerhand vuuriger begon
'te worden. Men zag duidelyk, dac ’er een ge.
deeltevan de inwendige ledemacen,ziguicwen-
dig vertoonde: deeze beweegingenduurdenby-;
kans drie vierde van een uur, geduurende welken,
men eenige oogenblikken van rust hadde, eef
men de liefkozingen hervatte; eindelijk geraakte
het mannetje in een ftaat van gevoelloosheld,
weike voor de Koningin van te langen duuf
fcheeni zy wilde hem uit deeze ilaapzugt opwekken,
met hem by bet borstftuk met Haare
tanden te grypen, doch haar yver was te ver-
geefs, want hy was dood, en dit is het eenigfte
Infecc niet, dac omkomc. De waarneemer wilde
deeze Wediiwe vertroosten: hy bezorgde
haar eenen anderen, jongen, en kragtigen minnaar
; maar zy bleef, tot zyne groote verwon-
dering, den geheelen dag, onaffcheidelyk aan
het lyk van haaren eerften echtgenoot verknogt.
Den volgenden morgen nam men het doode
' F a lig-
■;
1
bX [
Mi