
\ g - J te/yj
L*JÉ ‘ .J ' * //
k I-
|.-*9
i, ii
à .
iif
. , I g . _
: Ml
-
op tafel moet zetten, ten zy die in eene goede
orde ftaan, vermits zy anders een valsch Hcht
maaken , dat voor de oogen zeer nadeelig is , en
dat men de kaarfen dikwils moet fnuiten, zo
men hebben w il, dat ze lang zullen branden.
A. Met uw verlof, gy moet ze echter ook
niet al te digt by het fmeer affnuiten, of uwe
kaarfen zullen afloopen , en dit is zeker niec pro-
fytelyk. — Maar vervolg.
V . Ook moet men het lak, 20 men een
brief wil toelakken, niet roerens aan het pit
der kaaife, maar hooger in het brandpunt van de
vlam houden, alwaar het fchielyk Imek; verder,
dat zoo dekeiikenmeiden haare ketels behoorlyk
over het vuur wisten te hangen, zy gewis, met
minder moeite, en minder kosten het theewater
aan het kooken zouden weeten te brengen, en
niet zo veel vuurs oniuit verbranden.
A. Dat is zo: ook is het zeker, dat, zo
men den ketel te laag cp het vuur hangt, en
de vlam ’er buiten uitflaat, de hitte onder den
ketel dan veel minder is; deviammoet alzo onder
den ketel blyven, alwgar dezelve haare
grootfte kragt oefent, om het water fchielyk te
doen kooken» En om U hiervan een klaar bewys
te geeven, wil ik U flegts herinneren,
hoe uwe Moeder, door eene kleine pit in een
lampjen, met brandenden fpiritus gevuld,en in
een koravoor geplaatst, haaren Theeketel met
wawater
kookende hondt, gelyk gy zelf dikwerf
hebt kunnen waarneemen. Dan j dit in t ver
bygaan, en wy keeren weder ter zaake-
V . Zyn ’ er zo veelerleie foorten van Kook,
als d e 'fleer M a rtin e t, oppag. j 2o , opgeeft,
te weeten, twintigerleie foorten, daar andere,
zo Hy ze g t, maar tw a a lf foorten teilen, en
zyn Eerw. ze lf ook flechts a g t foorten optelt ?
A . Zy zyn ’ er, en het zullen vermoedeiyk
de volgenden weezen.
I . De rondhoofdige witte Kool.
2,. De plathoofdige witte Kool.
3. De langhoofdige witte K o o l, ook Zui-
kerbroods genoemd.
4. De Moskovifche witte Kool.
5. De vroege Engelfche witte Kool.
6. De roode Kool.
7. De gemeene Savoykool.
De witte Baftert , o f Strecker Savoykool.
De kleine groene Savoykool, op veele
plaatzen, inzonderheid in Duitschland,
Wirfing genoemd.
De groene Krul-Kool.
De roode Krul-Kool.
De bruine Krul- Kool.
De bonte o f fraaije, met geel en rood
geflreepte, o f gemarmelde Krul-Kool.
De kleine witte, o f geele Engelfche
Krul-Kool, met gekrulde purper-rooae
kauten.
I 4 *5.
8.
10.
11.
12.
13-
14.
\ 4
I ¿ " f
1