
N ■
b .
« í
V
K
*%
I í -*-
lÜ n a t u o r k ü n d , G B
|. í /
/i f 4
r „ r t • een gedeelte van
een Qrkel mt, en hiw uitwendig bekleedzei
kan ais een hoornvlies befcbouwd worden.
V. Wat moet ik door het woord HoornvUss
verftaan, want ik heb geea kennis van alie die
pyzonderheden?
A. H&xHoQrmUes noemt raen het uitwendiff
omkieedzel van alie oogen, dat is, het geen de
vinger zou aanraaken, zo men een oog wilde
aanroeren, en byaldien de oogleden geopend
bleeven. De Hoornvliezen der Infecten bezit-
ten eene foort van glans, welkefomtydszo veel
verfchiiiende Mearen, ais de Regenboogver-
toont. Dezelve fchynen aan hec bloote oog,
20 glad ais glas, doch zo'dra raen ze door een
Vergrootglas ziet, gelyken zy ruitwys, gelyk
de diamanten, geflepentezyn; deézeruitenzyn
3n een wonderbaare orde gefchikc, en maaken
€en verbazend getai uit, gelyk ü de Heer
Doch omU eene proefneeming van
geleerde waarneemers aantetoonen, die onte-.
genzeglyk bewyst, dat elke ruit byzonder een
Knstallyn vogc bezit, en dat 'ieder kristallyn
vogc van alies vergezeld is, wat een volledis
oog uitmaakt, zo hebben zy de Hoorn vliezen van
de oogen der verfchiiiende foorten van Infecten
afgefcheiden, ’er de ftoffe uitgedaan, die ’ep
in was, en na dat zy de inwendige opperviakce
aaauwkeurig gezuiverd hadden, hebben zy die
Vfes, in de plaats van een lins, ofhet voorwcr|(.
- Ä Ä N M E a K I N G.E N. 13
werpglas van een Microseöop, geplaatst. Die
Hoornvlies dus vervaardigt, en voor eenkaars
gefteld zynde, vertoonde eene zeer talryke ver-
lichdng. De gtooie Leetmenboekhedideontleeäiag
van deeze oogen zo verre voortgezec,
dac hy aangetoond heeft, dat ieder dezer Kris-
tallyne vogten zyn gezicht-zenuw heeft.
V. Maar hoe is bet mogelyk, dat een Infect
met verfcheide duizenden van oogen eea
voorwerp enkelvouwig zien kan?.
A. Z o gy naauwkeurig begrypt, hoe dac wy
zelfs m e t twee oogen de voorwerpen, enkel vouwig
, befchouwen, dan kunt gy gemakkelyk be-
grypen, dac de voorwerpen zig enkelvouwig aan
de Infecten, met verfcheiden duizenden van
oogen, vertoonen kunnen. De Natuur, willende
dac hunne oogen onbeweeglyk zyn zouden,
heeft dit, door het getai, en deplaatzing, ver-
goed.^ Behaiven deeze duizenden van
oogen , uit weike de twee oogbollen zyn zamen-
gefteld, zo heeft het grootfte gedeelte der vliegen,
nog drie andere oogen , die tusfchen het
bekkeneei en den hals geplaatst zyn. Deeze
drie oogen, welke meede een Kristallyn vogt
bezitten, zyn niet ruicswys, maär glad, en vertoonen
zig als ftippen. Deeze verfchiiiende
grootheden van oogen in eenzelfde Infect, de
onderfcheiden plaatzen, op welke zy gefteld zyn,
verwekken een waarfchynlyk vermoeden, dat
de Natuur de Infecten met oogen heeft begaafd,
die
I m