
1 ■' .7
H l i . t
■i ill I t
|»y>.
I
B'ii
, Í
,||
. 'jI,
-tf
41
1 Í '
1 . Is' :
1 M 1
' f e ’
iJ' . 1
1 f <
■i'l . •
r '1 If, Í '■
3 ? ■ }
ffe fe
. « 7
T -
‘< y ■7:!f■ ' J 1■ jK]
i
■' T"l .!ljf!
/
i f ■ ■J
r ' ■/
’■ fe Í
4 J , 7 ' i 3
5', booms, waarin zy klom om uitterusten,
„ ’sAnderendags, kwamen wy weder op die
„ Slagveid, en vonden’ t aldaar grootlyks ver-
5# anderd. Het lighaam des Tygers vertoonde
zig niet anders, dan een roodagtige klomp j
zonder iets van de voorgaande gedaante be-
honden te hebben, en blinkende, als ofhet
met een foorc van lym beftreeken was. Wy
ontdekten wet dra van waar dit kwam. De
Slang Irkte den dooden en verpletterden
romp, en beftneerdde dien met baar zever j
om ’er dus eene bekwaame fpyze van te
bereiden. Dh eindelyk gedaan hebbende,
begon zy te zuigen. Deeze maakyd was niec
fchielyk gedaan: wanneer ik been ging, om
te eeten, hadze de fchouders nog niet bin«-
nen, en die ’er bleeven oppasfen, verhaalden
S3
»»
S>
»
33
3>
»>
3»
33
39
39
33
39
93
39
93
3»
3»
39
¿9
39
93
»9
93
ray, dat bet reeds nagc was, eer zy met
eeten ophield. — Voor de laatste keer,
verzamelden wy ons,den volgenden d a g ,de
vrouwen en kinderen waren, die reis,mede van
de party. E lk trad met een vol vertrouwen toe,
fteunende op dien algemeenen regel, dat een
Slang, eens Wel verzadigd zynde, niet meer
te duchten is. Ik wierd, door het gezigt, hier
van fchielyk overtuigd. Het fchrikdier was
dermaate opgevuld , dat hec zig niet te weer
, , kon ftellen, nog vluehten, ja naauwlyks eenige
beweegingen maaken. Op onze aannadering,
„ deed hec pogingen , om zig in den boom te
:77
7 7
-3,/:
3
7
Í
SI
■3 >3'
■■ .
7'i
,
& ilingeren,doch te vergeefs, en door ftokfla-
I gen op den kop, velden wy hec ten langen
,, leste. By de meeting# bevonden wy deeze
Anaconda (een fooic van een Räielflang)
„ drieéndertig voeten en vier duimen lang. Ter-
ftond kapte men haar in ftukken,het vleesch
, , was blanker dan Kalfsvleesch, en die er vati
„ aaten, becuigden, dat hec by uitneemend«
„ heid lekker fmaakce.” ^ Die eeten van
Ratelflangen Fieescb is ook in Amerika zeet
gemeen, en het dooden der kleinere, is; op verre
n a , met zo veel gevaar # niet vergezeld, als men,
in het even bygebragt geval van die ontzaglyk
groote, dagce. Het flaan mec een dun rysje op
den rug, maaktze dikmaals geheel weérloosjá
zy liggen, fchoon men niet zien kan, waar
men ze getroffen heefc, binnen een uur,naden
flag, -veeltyds dood. Men kan hier uit genoegzaam
afneemen, dac men in da bewoondd
landflreeken, waar deeze dieren gevonden worden,
zo veel mogelyk de jongen vernielc. Be.
halven dat zy toc voedzel dienen, bereidc men
’er ook verfcheiden geneesmiddelen van.
V . Die gevegc met die groote Rmelflang
moet wel een akelig fchouwfpel geweest zyn;
intusfchen kAn men hier wederom uic afneemen,
hec verbaazend vermögen,en de verwondering
wekkende eigenfchappen, welke de Schepper
dit gedierte heefc ingefchapen, zodanig, dat
niettegenftaande de byna ongelooflyke kragt,
H a ' wel?
/ f
'7; " I
;;
f fe
f e - M
‘ ' r - j t
I-
jSJ.1
mf
1
y j
-if'-1
T^fi tmmi MW II'