
1% >í‘
t i
f .
MI •
1
n
•:í‘ ‘
1 :
ít II
i
t : l
. f e ;
J i
V. Is hec mogelyk # dac men van de clraad*
agtige veezels der Brandnetels grof papier kan
maaken, en linnen rot hembden bereiden, g e '
lyk de Heer Martinet oppag 37a aanteekent?
A» Je, dit ís mogelyk, en andere Natuurkenners
bevestigen zulits mede, doch of dit ten
voordeele van den koophandel kan gefchieden ,
vveet ik niet.
V. Maar waar uit ontííaat hetjdatdebfande-
netels, zo men ze aanraakt, íleeken of brail*
den, derwyfe,dac het vel ais met roode bkéretl
opzwelt, en eene pyn verwekt, ais o f men zig
gebrand had ?
A. Om dat de bladeren der néteíen, meteeti
fyn, ílevig, en puntig hair bedekc zyn, hec*
welk zig aan hec vel vaschegt van alíe de gee*
ne, die haar aanraken, en zulks maakt op dé
zenuwen hetzelfde indrukzel van fmerte, ais o f
men zig met vuur gebrand hadde. Dit verwekt
aanllonds een ííerkehitte, biaéren, en een gé*
weldigé jeukte, die men, volgens hec zeggen
van Perkinfin, door het fap van de plant ztílfs
verdryven‘k a n ..^ De Heer heeft met
hec Mikroscoop ontdekt, dac het ooderílege*
deelte van de ftekels der'Netelen een blaaíjeis#
dat; een fcherp , bytend en vergifcigd vogt be«
vat; en dat pune een zeer harde zelfiiandig*
heid is, die jn het midden esn openiñv heefu
waar door het vocht, ¡n hec geíloken deel vloeit
en ’er de fmerten inverwekt.«— . De bladefefj
fad ,
van de necelen hebben een Isffe en lyraerige
fmaak, die eenigzins zamentrekkende is. Het
gezuiverde fap der netelen doet het bloedfpu-
wen, het bioeden der neus, en de vloed der
fpeenen ophouden: het is mede nuttig voor de
roode loop , en andere kwaalem De malfche
fcheucen der Netelen,gckooktzynde,zuiveren hec
bloed; de wortelen der N e c e le n , geconfyt zynde
, zyn een goed middel voor da geelzuchr,
en vei ouderden hoest. Een pap van Netelen is
verzagtend, weekraakend, en verfchafe den jich-
tigen verlichting van fmerten. Ver fcheiden Ge-
iieesheeren pryzen het meda, als een goed middel
regen de heupjicht en geraakcheid aan, b. v.
men flahde ontilelde deelen met een bosch netelen’
, tot dat die deelen rood worden, en wasfch®
ze vervolgens met rooden wyn. - ■
V. Op pag. 372, fpreekt de Heer
vaii de Moscbplanten, en zegt, opde Folgende
bladzyde, dac ’er verfcheiden foorten van
' mosch zyn, kunt Gy my dazelve ook opnoe-
men?
A, Schooti die geOagc van Planten zeer U it-
gebreid i s , zo zal ik U flegts de waardigfte, om
gekend te worden, op teilen, ’ c zy om haar
gebruik , ’ t zy om haare byzonderheden, en wel
te meer, ora dat de Heer Martinet hec de
moeite vxaardig geoordeeld heefc, ora U , op pag.
§ 74 , eene prancverbeeldinge daar van te gee-
, « De gemeene Aardmosch is de ge-
. i l i Stük, n nieeni
T
' f ■ "
' i ; V'
f
' 1 1
- P
1 ' -
Y "
,
f . .
j k
Ä t -
V
i » f c '
k
1 :
II
-b .
M.
H >