
N A T U U R K;U_ N , D 1 0 E
Íííf ,
f .
der Infecten vindt. De'ftaat der Rupfen iS:
maar alleen voorbygaande: alle Rupfen veränderen.
in Vlinders, na dat zy door een middel?
ftaat gegaan zyn, die.raen nqemc, en
alle Vlinders komen van Rupfen voort. Deeze
ftandvastige gedaante-verv.iisiellng onderfcheid
de Rupfen van de Bastaart-Rupfen, dje zig in
Vliegen veränderen ,e n van de Wormen, waar
van eenige zig mede in Vliegen, en andere in
Torren veränderen , en noch andere,, die geea
verandering ondergaan. — Zo Gy.nu behaV
ven de merkwaardige byzonderheden, die de
IBßOx Martinet tJ verhaaltnoch meerdere wilt
weeten,zult gy die kunnen nazien, in de werken
van den Heer welke daar van
omftandige befchryvingen gegeeven heefc, als-
mede eene verftandige Rangicbikkinge der Rup?
ien in Klasfen, Gefügten en Soor ten. - : -
V. Na dat de Heer Martinet ovqv de wqn«
derbaarlyke veranderingen der Rupfen gp'hm’'
delt heeft,gaat zyn Eerw. ©p pag, i i 8 , toc.de
Tonnet jes over, en wyst ons, op de volgende
bladzyden, op eene bevallige wyze , aan,vhqe?
danig de Kapelletjes, o í Ffmders úúáúyk uls
dezelve te voorfchyn komeo. — Welk eene '
wonderlyke ftaatsverwlsfeling! Een kruipende
Rups vertoont zig in een gevieugqlde Kapel! Een
logge Kwatworm wordt een vlugge! Een on*
aanzienlyke Maade verändert in een fyn gevjea?
geld, .fierlyk Infecci G f liever,, , het .átelfda
Í' : DiertJ®
Diertie is , onder de leevende Scbepfelen, nu
in deeze, dan in geene gedaante, en koffit,
door zo veele verwisfelingen, tot den ftaac van
voikomenheid, als zynde dan eersc bekwaam,
om Zyns gelyken voorc te teden.
A. Wegens de verandering van een Rups in
een Kapel, en de opgeflotenheid van de laatfte
in de eerfte, tekent de wydberoemde Boerbaave,
in het Leeven van Swammerdam, dit volgende
aan. „ Maar wanneer-onze Schryver, in ’ c
5, byzyn van den í{&Qx MagallotÍQVi Thevenoí,
, voor den Hertog van Florence opentlyk toon-
d e , hoe een Kapel, met alle zyne opgerol-
, ■ de, en zamengevouwene deelen, binnen eene
I, Rupfe, verborgen ligc; en als hy met onge-
„ looflyke kunstigheid, en met werktuigen, fyn-
j, der dan men begrypen kan, het bukenfte
„ dekzel affcheidende, de ingefloten Kapel zei-
„ ve uithaalde, uit de fchuilplaats, en deszelfs
„ ingewikkelde deeItjes,op het onderfcheiden-
„ lykst,en op het baarblykelykst, onvouwde,
„ toen was de verwondering van zyne Koning-
5, lyke Hoogheid, op hec hoogfte.” — — En
•wederom: „ wonder aarcig kon hy de Rupien op
„ haaren fpintyd zynde, het vel afiiroopen;
,, waar toe hy dezelve, aan een draad gehegt
5, zynde, fchielyk in kookend heet water liet
„ heen-en-weér zakken, en op het eigen
„ oogenblik weder uithaalen, daar door ging
„ die velkken af, zig verheffende van hec on*
E 3 „ dec-
’-ail
'fe.l
, %-V '
\ V
A 41
i M