
11
in ’ c algemeen een ic'ioone boom is , en zeer
hard.hout heeft , trok de cpmerking van eenige
ervaaren Katiuirkundigeii tofzigtzytragteden,
om den oorrprong. van den worm te ouidekken,
aan w e l k e n het ßeukenhont.meer dän eenig ander
bout onderhevig is ,. en een middel uit te
vinden , om l.etzelve ’ er voor te behoeden.
Hunne nafporingen waren niet vrugteloos. ElUs
geeft, in zyne bereidingen vanhettinimerhout,
middelen aan de band , om dit hont voor de
wormen. te bewaaren'; hy heeft opgemerkt, dat
het hont des te meer aan de wormen onderhevig
is , hoe meer fap het,bevat: hy heeft hier
op de middelen gezogt, om het fap uit het haut
te trekken, en hy is hier in gefiaagd, met het
Benkehouc in water te weeken. Men bewaart
dit hout mede voor de wormen , wanneer men
het in de rook plaatst, en met.het te branden,
tot dat ’er een dunne zwarte korst op komt-’
Wanneermen deeze middelen, om dit hout tebe.
reiden , aanwend, zo kan het bekwaam worden
tot timmerhoui, dat zo wel in ’ t water
als. in de lucht befiand is :'d e eer van deeze
’ uitvinding, gelyk de Heer Ellts zegt, is hem
geregilyk in Engeland toegekend.
Men maakt van dit hout, op deeze wys be-
le id , in Engeland gebruik tot den Scheeps-
bouw voor de huid en de dekken, tot welke
regt en glad hout vereischt wordt. Wanneer
het Beukenhout ter deeg van deszelfs lap beroofd
i s .
r dan i s ’tb r e n kig,ennan’ tfply ten onderhevig,
tnaar wanneer het ’er een weinig van behouden
beeft , is het buigzaam en yeêrkragtîg ; hefeis
mede van een uunmncend gebniik tot ondei-
fteikn voor rytuigen eu riernen voor galeijen.
■'Weinig hout is van zislk een aigèmeennut in het
.huishoudelyk gebrurk ; men mVaak't ’er velgen
van räderen en affuiten van , voor het Kanon,
oaar maatéhet zig gpmaklv k ia a t bearbeiden ; dus
wovdtdiet door werfeheiden foorten van werklie-
den roteeiie merugce v a n huisfieraaden'gebruikt ;
ook gebruiken het de fSchrynwerkers. 'Byal-
dieii de werklieden dit Itoui bp de Engelfche
wvze bereiden , is bet zeer' voordeelig om de
hu'isiieraden voor het knaagen der wormen te
bewaren; Men merkt ^ dagelyks o p , dat de
fchoppen, klompen , éu andere dingen, die men.
van dit hout maakt , en welke men in den rook
hangt, die aan dit bout een fraaye kleur geeft,
zo ras door de wormen niet aangetast worden.
i)e draaijers vervaardigen eene meenigte zaaken
van dit hout; ’ t geen mede tot veele dingen
door de Kokermakers én andere werklieden gebruikt
wordt.'
V . En de Dennen ?
A . De Denneboomen hebben wit en harst-
achtig hout, zy fchieten zeer hoog en regtop ,
zy beminnen de koude en bergagtige L,anden,
en zyn van groote nuttigheid. Men kan z e ,
ih 'fo algemeen, in w e e rangen verdeelen, te
L 3 wee- S'*' ‘