
11 J I
'If,'
'
in welke men zegt, dat het vyfden hondert
jaaren duurt. Alle de deelen van den Eikenboom
zyn nuttig. Men maakt van zyne fchors , tot
poeder gebragt zynde, gebruik, onder den naam
van ruuwe Run, om het Ieder te bereiden; zyn
ipinthout en zelfs zyn merg hebben dezelfde ei;
genfchap, uitgezondert dat de fchors kragtiger
op het le ler werkt, als het hout en hec merg,
maar minder als het fpint. De fchors , die tot
bet bereiden van Ieder gediend heeft, wordt be-
reide Run genaamt. Men gebruikt dezelve tot
mesting in de broeikasfen. De Eikeis, o f de
vruchten van den Eikenboom, ontbreeken dikw
ils , om dat zyne bioemen al zo teder, als die
van den Wynftok zyn , doch als deeze Eikels
overvloedig z y n , trekt men ’er groote voordeelen
van, om de Varkens te mesten, welke dit
voedzel, een uitmuntend Spek duet verkrygen.
In ’ tjaar 1709 bakte de arme lieden brood van
bet meel deezer vrucht; fchoon dit brood van
een flechten fmaak was, wierd het echter in
groote menigte in verfcheide Landfchappen van
Frankryk gegeeten.
De Beukeboom is mede een der fchoonfte
en grootfte boomen, welke de bosfehen verlie-
ren. Het fchynt dat men maar ¿dn foort van
dezelve heeft, fchoon fommige twee foortea
onderfcheiden, te weeten, de witte o f berg-
Beuke, en de roode o f de Beuke der vlakten.
Z y gronden hun gevoelen op het verfchil van
d®
de kleur der fchovfen; doch dit is een onderfcheid,
op w e l k m e n zyn gjevoelen niet gronden
lean, want de boomen verfchillen fomtyds in
kleur, door hunnen ftand ; door de mecrdere
o f mindere vryheid, met welke de lucht om.
hunne ftammen rondvloeijen kan, o f volgens
den aart van den grond, die hen voortbrengt.
De invloed van den dampkring is zo aanmerkely
k , dat de Boomkweekers opmerken, d g de
kleur van de fchorfen der boomen, die z y u it
hunne kweekeryen buiten de Steden, in de tuin
e n , binnen dezelve, overbrengen,geheel verändert.
— De Beukeii brengen twee foorten van
bioemen Voort , maniyke eu vrpuwlyke , de
maulvke zyn uit ftamperijes famengefteld en
maaken, d o o r hunne famenvoeging, een rondagtig
katje uit: de vrouwlyke bioemen, diemen
aan denzelven fteel vindt, beftaan uit een kelk,
i l l welken e e n vrugtbuis geplaatst is. Deeze
kelk o f vrugt beginzel verändert in een doornäg-
tige vrucht, die zo hard als Ieder, en aan vier
zL e n verheven is , bevattende vier driehoekige
zaaden, die Beuke eikels , o f Beuke pittenge-
jiaamt worden , welker' pit wit is. Da blader
e n v a n deeezen boom zyn vee! kleiner, dan the
van den Kweeboom , van een fchoon blinkend
groen, duu en zacht in ’ t aanraaken , enbeuite-
lings aan de takken gefchikt; zy zyn zeer vast
van zelfftandigheid , ’ t geen veroorzaakt,^ dat
gy zeldzaam. door de Infecten aangetast wor-
'.IV. S t u k . L
¥
• r!
i;
J a
is/1
' V ' l 1
J
r:
i i