
i-
Ivi
6a U A T t T U R K O N D I O a
V . Hoe nu verder ?
A . Het is zeldzaam , flat men de blaadjes
der Thee-boompjes5 geduurende de drieeerfte
jaaren, afplukt; maar na dezen tydzameltmen
’ er een overvloedigen oogst van in ; met alleen
in acht te neemen , dat men hen niet te groot
laat worden ; want wanneer z y aan zieh zelven
overgelaten worden , zo zouden zy , ten
minfte van acht tot tien voeten, of zelfs nog
wel hooger opfchieten.* men moet ben mede
niet oud laaten worden, want hunne blaadjes
worden als dan te dik, en te hard.
V . In welken tyd word de Thee ingeza»
meid?
A . Omtrend de maand April en Mey za-
melen de vrouwen met haare kinderen en
dienstmaagderi , de jonge blaadjes in , die zig
alsdan beginnen te vertoonen ; zy verkiezen
hier droog weér toe, en het gefchiedc, opalle
uuren van den dag, en vooral geduurende de
grootfte hitte; z y brengen hen des avonds in
korven naar huis vervolgens leggen z y hen
allen op een fchotel van gepolysc y z e r , die
warm gemaakt is ; zy keeren hen met de handen
zo lang om , tot dat z y verwelken.* hier na
leggen zy die op matten, o f bladen papier ,
en waaijen ze tot dac ze koud zyn ; hieropwry-
van zy hen in platte korven , die van Indiaansch
riet gemaakt z y n , op dat zy verder in een zouden
a en k ro n k e len ;z y leggen
op een zuiveren yzeren f c h o t e l , dramiddelmaa-
tig warm is; zy keeren hen geftadig, gelyk m
vooren, met de handen om, tot zy een mid-
' delinatige hardheid verkregen hebben ; z y wor-
den ’er als dan weder afgenomen , enverkoeld,
door hen te waaijen; men plaatst ben , t j d e r de
en vierde maal, op den yzeren fchotel, met
de hitte allengskens te doen verminderen, op
dat z y drooger en harder zouden worden: ein-
delyk befliüteii en bewareii zy ben in glafen
fiesfen, die wel digt geftopt zyn.
V . Is dan alles gedaan ?
A . Neen zeker; na dat zy hen zes dagefi ,
in d e e z e flesfen bewaard hebben, zo neemen
ZV dezelve ’er weder u it, zoeken die u it , met
de kleinfte en maischte, van de grootfte^en
hardfte, af te fcheiden; zy droogen hen dan
ten vyfde maal, op den yzeren fchotel, omver-
zekerd te wezen dat zy volkomen gedroogd
zyn ; zy kunnen alsdan een groot getai jaaren
bewaard worden, wanneer men hen zorgvuldig
voor den invloed der lucht befehut. Intuslchen
gebruikt men meer zorgvuldigheden en
oplettendheid omtrent de Thee voor den Kei-
ger, en de groote Heeren; men kiest de blaad-
ie s , met de uiterfte omzigtigheid, in een voegzaam
jaargetyde, uit; meii verzamelt de j r -
fte, die aan de toppen van de kleinfte takjes
voortkomen ; men bewaart hen voor de geene,
did
\
! '
■Hl