
M U
III I
'•te
teren fmaak. Zyne bioemen, die in de Lente
voortkomen, zyn katjes van een bleeke groene
kleur, die uit eenigeRofknopjestefamengefteld
zyn , welke een fyn po'eder bevatten; z y zyn
by wyze v a n .een Paddeftoel gevormd, enin
vier o f v y f getande deelen ingefneden: deeze
katjes laaten geen zaden na. De vrugten komen
op denzelfden ftam, maar op afgezonder-
de plaatfen voort: deeze vrugten, die in den
Herfst ryp worden , zyn zagte, roodachtige
£n fappige Bezien ; z y zyn aan de voorzyde
fchelsgewys uitgehold, haare kleur is een fchoo-
ne fcharlaken ve rw , zy bevatten een eenig eirond
zaad, haare fchel is hard, bruinachtig,en
bevat een merg, ’ t geen eenen vry aangenaamen,
maar flaauwen , en op het bittere trekkenden
fmaak heeft. — Men kent flegts één foort van
Tasisboom , maar die eene veifcheidcnheid
ipet gefchakeerde bladeren voortbrengt.
V . Waar uit ontftaat de Taxisboom?
A . Uit afzetfels, o f nog beter koomt hy uit
zaden voort, doch deezen blyven meer dan een
jaar in de aarde, voor datzy uitfchieten. Gesmr
z e g t, dathy gemaklyk weder vat, wanneermen
hem jong verplant, en hy duurt langer dan een
Eeuw. De groote Taxisboomen zyu niet meer
in de mode, dan in de wandellaanen o f inde parken
; men fnoeit hen tot pyramiden, van drie o f
vier voeten hoogte , voordebloemparken. Dee.
ze Pyramiden waren eertyds een dervoornaamfte
ßeraa«
fieraaden der tuinen. De bogen van Taxishout
wierden by de ouden het hoogfte gefchat, en
onze Schrynwerkers enDraijers maaken’ er nog
veel werk van. Evelyn zegt, dat dit hout voor
geen ander in deugd zw ig t , tot tanden in mo-
lenraden, asfen voor rytuigen, en zelfs totMn-
ziek-Inftrumenten.
V. Is de Taxlsboom waarlyk vergiftig?
A . Verfcheiden onder de oude Schryvers ,
hebben den Taxisboom, als een vergift befchouwd;
Julias Cafarztgt, in hetzesdeboek
van zyn Comment, dat Cativulius, Koning der
Eburoners zig zelven met het fap van den Taxis-
boom vergiftigde. Mathiolus en J. Bauhin
brengen een groot getai proefneemingen by, die
zyne kwaade boedanigheden beveftigen. —
Vader verzekert, dat, wanneer men hout
van den Taxisboom in een ftilftaand water werpt,
de V is fc h e n ’er alle door bezwymen , indiervoegen
, teat men hen met de hand kan vangen. — ■
Bauhin heeft mede deeze verdovende kragt aaa
het Vee opgemerkt. Rot fchynt deeze proef-
neemiiig te beveftigen , wanneer hy van een
dicht bewasfen Taxisboom fpreekt, dien men ia
den Tuin van Pifa aankweekte: h y z e g t, datde
Tuinliede, die dezen boom fchooren, niet langer
dan een half uur deezen arbeid vervolgen
konden, zonder een geweldige hoofdpyn te gevoelen
, waar door zy genoodzaakt wierden, om
hunnen arbeid te ftaaken. Omtrent het einde
van
r
^ 1
% -A
k I
#■