
If
i -1||| IS
fi
I li l l
U i
-t
I '
H i
het vrugtbaarmakend foort is, wordt oneigen-
ly k , door de landlieden, JVyfjes’hennip ge-
naamt, en zy noemen het ander foort, *t geen
de vruchten voortbrengt, Mannetjes-hennip,
Wanneer men deeze valfche toepasling van naa-
jnen verändert, zo zal men de waarheid vinden.
in het foort der bloemdragende Hennip koomen
de bioemen uit den fchoot der ileeltjes.
voort, op een yoetileeltje, dat met vier kleine
trosfen bezel i s , welke op de wyze van een X
geplaatst zyn , en uit helmilyltjes beftaan, De
vrugten komen, in groote meenigte , laogs die
fteelen van de andere foort voort, zonder dat
z y door eenige bioemen voorgegaan worden;
zyzyn uit ilampertjes zamengelleld, welke met
een vliesagtig bekleedzei., o f kapje omwonden
zyn, Op het llampertje volgt een rondagtig en
glad zaad, dat eene witte,za,chte,oJieachuge,
fterkriekende kern o f amandel bevat. Ditzaad
draagt den n.aam, van Hennipzaad. Men. zaait
de Hennip byaa in alle landen, d.ewyl. de vezelen,
welke meu van derzelver fteelen bekomt,
dienen, pm, meer of min, fchopn lynwaat. te,
vervaardigen, naarmate van den grond,, in welken.
de Hennip groeit, o f wel naar gelange van de,
bereiding.der aarde , de deugd van het "zaad, den
tyd van den oogst, en de w y ze , op welkemen,
ze bereidl. Men maakt ’er, meede fcheepszeilen.
en touwwferk van, welks nuttigbeid in het gebruik
van alle wgktuigen, en tot de fcheepvaart
vaart aan alle volken thans bekend is , gelyk Ude
Heer Martinet ook, op pag. 3?o, geleerd heeft.
Een voorwerp van zo veel aanbelangs heeft den
aandacht van zeer verftandige en vernuftige waar-
neeiners, te recht, tot zig getrokken.
V. Hoedanig wordt de Hennip bereid?
A. Na dat dezelve geplukcis, moet men hem
broeijen, en te rotten leggen. Een zeker Natuurkenner
oordeelt het voordeeliger, dat men.
deeze bereiding doe, wam eer de Hennip nog
o-roen is , en de fappen nog om vloeijen, dan dat
men wagte , tot dat hy droog is ; hebbende op-
gemerkt, dat als het op den halfdraagen Hen-
n,p regent, by ’er door gevlakt en zwartagtig
wordt: behalven d it , heeft de Hennip, vol-
<rens deeze w y ze , niet meer dan drie o f vier da-
gen noodig, om te weeken; daar integendeel,
wanneer men dien alvoorens laat droogen, acht
o f tien dagen bier toe vereischt worden.
Om den Hennip te doen broeijen, moet men
denzelven in een modderagtige.ftoot plaatfen,
welke voor de zonneflraalen is bloot gefteld.
Na dat men de toppen en wortelen heeft af-
gehaald, welke nutteloos z y n , bindt men de
L n g en in bosfehen te zaamen, en legt ’er een
zwaaren last o p , om zeinhet water tedoen zinken.
Men moet vooral zorg draagen, dat men
den Hennip, in geen flroomende wateren, te
weeken legt, om dat het water, in welk de
Hennip. geroi heeft, zo ftinkende wordt, dat het
G 5
I 'te