
■F t
i 'i'
J‘4
f ’
•Jl
\n
I
i f
rigeii oogst weit gegeeven hebben, doch de
Zomergarst flaagt op deeze wyze het best, inzonderheid
, als de grond voor den winter wei
gebrolien,of met diepe vooren geploegd wordt,
om wel door te vriezen , dat dezelve vrngtbaai
maakt, enop deeze w y z e , kan men ook Zomer-
garst, in het voorjaar, zaaijen op goede akkers,
die in het voorige jaar wintergarst gedragen
hebben.
V. Heeft de Garst niet haare groote nuttigheden?
A . Buiten twyfel, en zy is van veel nuttigheid
in de huishouding, toc veelerlei gebruik,
doch dient wei het meest, tot ’ t meiittnaken,
om ’er bier van te brouwen, desgelyks tot het
maaken van bieräzyn , e n ’ t ftooken van Koorn-
brandewyn. T o t brood echter is ze niet
dienftig, dewyl het brood, dat van garilenmeel
gebakken wordc, pnaangenaam Cn wrang van
fmaak i s ; doch als**de garst met de helft wek
of rogge vermengd wordc, dan geeft bet een
fmakelyker en heel goed eetbaar brood, alhoewel
de garst aldus weinig gebruikt wordt. Maar
men z e g t, dat de zogenaamde naakte garst
alleen, zonder vermenging mec ander graan,
een heel fmakelyk brood uitlevert. — Voorts
dient de garst in dekeuken rot verfcheiderhande
fpysbereiding, wordende tot dien einde daar-
van gepelde garst, gepareide o f pareigert en
fyne gort o f grutgemaakt, die alle zeergezond
en voedzaam zyn. y . En
V. Eil de Gierst‘I
A . Dit gewas groeit natuurlyic, m het wild ,
in Indren, en andere Oofterfch® Landen , daar
het ook veel tot fpyze gebouwt wordt, gelyk
ook hier en daar gefchied in Hoog- en Neder-
Duitschlancl, Frankryk, Italien en elders.
Men zaak het Gierstzaad in de moestninen, o f
velden in het laatst van de maand April, of in
May, en niet vroeger, dewyl het gcen^ koude
ban verdragen; men moet het niet te dik o f te
digt zaaijen, anders brengt het weinig voort, en
hetbemint liefst een goeden losfen, wat zandagtigeii,
en wkt .vogtigen grond, en een warme
plaats; in zwaare en koudekleigrondenkan het
jiiet wel groeijen. Het zaad opgekomen zyn de,
moet men den grond van het -onkruid wieden ,
maay vervolgens wordt hetzelve , door de opge -
fcboote Gierst genoegzaam onderdrukt. Ais
de airen beginnen ryp te worden, moeten deze
lv e , van tyd tot tyd , met het mes kort, en
beneden de air afgefneden worden, want als
men wagt, tot dat de airen alle volkomen ryp
z y n , en men het dan te faamen afmaaijen wild
e , zoude ’ er veel, zo n ie t ’ t meefte zaad uitvallen
; idoch wil men het afmaaijen, o f met
een iikkel afihyden, moet zulks gefchieden, als
’i zaad begint ryp te worden; wanc dan zal het
zelve, als men het, afgefneden, op een doek
of vloer, daar het niet verlooren kan gaan, uit-
ipreidt, vervolgens ryp worden; doch het is be-.
^ ter
Im
l r ‘ '* 1 4 ■'TMi
. h i • j . ' j !
J