
Anemone te hooren , welbe fraaije bloem op
bl. 67. van den Katechismus opgegeeven wordt,
A . ]k ben daar toe bereid. DtAnemoneiattti
Tooswyze bloem, welker fteel niet hoog opfchiet
, • en fterk zyn moet, om de bloem te
kunnen onderfteunen : het hoofd van eenfchoo-
ne Anemone moet zeer rond, haare kleuren le-
vendig, en de bladeren, die de bloem uitwendig
omvangen , welken men mantel noemt ,
breed en welgerond zyn. De verzameling van
de kleinfte bladeren , die het inwendige van
de bloem uitmaaken , moeren eene foort van
koepel vormen, met zig te krommen; dus moet
zy breed zyn, om de bloem bevalligheid by te
zetten. — De Natuur verfpreidt den rykdom
van haare kleuren over deze bloem: men heeft
hoogroode, vuurkleurige en witte; de gefcha-
keerde zyn zeldzaam, de fluweelachtige zyn de
fchoonfte. Alle deeze bioemen , volgens de
overeenftemming van haare kleuren gefchikt ,
maaken , in een bloemperk . een zeer fchoon
uitwerkzel. Om haare fchoonheid te bewaaren,
moet men haar voor den regen en wind be-
fchutten. ___ Anemonen , die in OBober geplant
zijn, bloeijen in Mey of Juny. Men ver-
gadert het zaad van de fchoonfte foorten, om
te zaaijen; dit is een middel, om een talloofe
verfcheidenbeid te bekomen , in welke men'
met verwondering de fpelingen der Natuur
kan opmerken, De Anemonen , die van zaad
voort.
A A N M E R K I N c j e n . 3t
voortkomen, bloeijen niet voor het tweede
jaar. Zo ras de bloem en het loof verwelkt
zyn , neemt men de wortelen uit den grond,
die men klaauwen noemt. Men fcheurt dezel-
v e , g e l y k andere bloembollen, enbewaartheu
in korven, tot dat men ze weder plant. De
Anemoon is afveegende: haare bladeren gc-
kaauwt, doen het fpeekzel uitzypelen, en houden
de tanden rein. ------- Uit het midden der
bloem verheft zig een ftamper, die in ’ t vervolg
eene langwerpige vrugt wordt, aan welker
as verfcheiden zaden vast gehegt z yn , die ie-
'der gewoonlyk, door een katoenachtig kapje,
omvangen worden. ------- - Men kan, wanneer
men *ulks begeert, een aangenaam, en op elk-
ander volgende reeks vah Anemonen , geduurende
het geheele jaar, hebben; hier toe is genoeg,
dat men ’er, geduurende de verfchiiiende
. maanden van de lente, plant, om telkens nieu-
we, geduurende den zomer en herfst, te zien
voo’rtkomen., Men kan de Anemonen , met meer
zekerheid , van bollen , dan van zaaden aan-
kweeken; zy vorderen eene ligte aarde, gelykvormig
aan die der Jonguillen en Tulpen, zy
willen alleen geplant zyn , en weinig water
hebben; en wy willen ze nu voorts laaten op-
groeijen.
V. Goed. Zie daarom ook hier, geheel iet
anders: een ftukje glas, dat ik naar de opgaave van
den Heer Martinet, op bladz, 80 van zyn werk ,
te
■ . %' IJ I 1 I
|Hf
.i
i\ 4 y
: i
Ji;
■fe
■I
/ I
b m t i .