
5 [ »te
I® . .
1 r
! 1
te:
men in Frankryk het voorbeeld van een Koren»
Magazyn, in de Citadel van Metz, in weike
de Tarw 13s jaaren zonder te verderven, be.=
waardis; gelyk men zulks uit de dagtekening
ontdekte, die in het graan zelfs getrokken was.
Men bakte *er, in het jaar 1707 , brood van ; de
Koning van Frankryk, en verfcheiden van het
Hofj aten van hetzelve, en vonden het zeer
goed. Alle de gunilige omftandigheden waren
hier ongetwyffeld vereenigc, om dit graan te
bewaren. Op deszelfs oppervlakte had zig een
korst gevormd, die het meefte tot deszelfs bewaring
toebragt,. Men ze gt, dat de Inwooners
van Metz gewoon z y n , om d us graanen in on-
deraardfche plaatfen te bewaren, en dat zy zeer
zorgvuldig z y n , om ’er, door nikldel.van kalk,
een korst op te doen komen. Het graan, dat
op de oppervlakte-ligt, fchiet, eh geeft een
ileel u it, die des winters verdort. Dgarna is
«nen verzekert, dat de koorenhoop niet verderven
za l, en men ziet ’er niet weder naar om,
voor dat de nood de inwooners daar toe dringt.
V . Welk eene waakfaame voorzorge! Maar,
inzonderheid, welk een groot gunstbewys van.
den grooten Schepper in het zoo duurzaarn
fcheppen van dit graan. — By den Heer Martk
vet volgt nu de Boekwelt,
A . Zoo is het, en dit gewas, hoe zeer ge-
Rieen in Europa aangekweekt, is uit Afrika
oprfpronglyk. Pe Boekwcitplant fchiet een
fteel # '
fteel, ter hoogte van één en een halven voet;
dezelve is rond, getakt, en met bioemen bg-
ze t, die uit den fchoot der bladerèn voortkO-
men. Deeze laatfte ftaan op fteden, die twee
dviiLeillahg^yn; zy koomen in gedaante met die
der klim vry wel overeen, doch zy zyn helder
groen ; op den top der fteelen en takken komen
kleine witte roosgewyze bioemen te voorfchyn ;
die in trosfen of airsgewys byeen gefchikt zyn;
men ziet in dezelve roode heimftyltjes. Op de
bioemen, wélke de Byen boven veel andere
verkiezen, volgen driehoekige zaaden, die een
zeer wit en froakeloos meel bevatten, E in ige
Tuinlieden bedienen z ig , met voordeel, van
de fchellen of.doppen van het graan van de
boekweit, om de bewaarplaàtfen afoog te houden,
in welken zy hunne planten, geduurende
den winter, bewaaren. Men maakt dezelve
* van planken , die men twee of drie duimen van
den muur vérwydeit, en men vult naauwkeurig
de tusfchenruimte, die tusfchen den muur en de
planken i s , met fchillen op.
V . Zulk bericht verlange ik ook wegens dé
Eyst van U te hebben.
A . Dit zaad is een van de voornaamfte fpyzen
der Inwooners van de geheele Levant., van
waar het eerst naar Griekeniand, en vervolgens'
naar Italie is overgebragt : de Ryst bemint de
vogtigheid zo zeer, dat zy zelfs in het water
groeit. Na dat men op het E'ilahd Ceylon de
H 4 aarde
- t e
J , '
&SSL
" mt
|v|
è. .
te
. r * .