
■1
• te
' I
l l
I»’«-'
«4
na den anderen. En dewyl het geluid geineen-
lyk zwakker is , hoe het van verder plaats komt,
zaide eerfte Echo, keerende van de naastebylig-
gende, dc fterkfte zyn , en de volgende hoe langer
hoe zwakker. Indien men dan het woord Ach uit-
fprak, zal het door den Echo de laatfte woorden
van een ftervend roensch verbeelden, wordende
het woord Ack hoe langer hoe flaauwer ge.
hoord. Hooge, maar evenwydige muuren geeven
ook dikwils herhaalde Echo's, gelyk in ’ t
Kafteel Simonens geweest z y n , waar van wy
in ons eerst geiprek reeds gemeld hebben. Al
het geene het gelnid kan wei§romkaatfen naar
dezelve plaats, van waar het kwam, kande oorzaak
van een Echo zyn : hierom zyn muuren,
oude ftads Wallen, digte bosfehen, kerken,
huizen , bergen en fteeiirotzen, heuveis aan de
overzyde van een rivier, landen waarop hooge
kruiden ftaan, hohe rotfen , en wollten, waare
Oorzaaken van Echo's, dewyl zy hec geluid van
zig doen we^romftuken. Van daar komt al het
loeien , en herhaald fchateren van den donder;
het welk ligt beveftigd kan worden, om dat,
als men een ftuk gefchut by helder weer af-
fchiet, gemeenlyk maar ddn flag gehoord w ordt,
doch als de lucht vol wollten is , hoort men
den flag dikwils herhaald.
V . Gelief my eenige vermaarde Echoos op
te noemen?
A. Men vindt omtrent drie mylen van Verdun,
in
in Franktyk, twee dikke toorens , die 36 Toifes
van elkander afftaan, zynde van het hoofdgebouw
gefcheiden. De eene tooren heeft een laag
g e w e l f d : vertrek van gebouwen fteen, de andere
heeft alleen zodanig een ingang, en beide
zyn zy met trappen voorzien. Deeze twee
toorens mag men aanmerken als twee fpie-
gels, die tegen over elkander gefteld z y n ,
die de ftraalen . van het zelve voorwerp we-
derzyds terugkaatfen, en ’ t beeid vermeenig-
vuldigen, datze echter geftadig verzwakken,
en op een anderen afftand vertoonen.’ Als
men,volgens deftreek-linie, die van den eenen
tot den anderen tooren loopt, met luider ftem-
m e, een woord uitfpreekt, hoorc men den
Itlank van dat woord, met gelyken tnsfcheft-
tyd , en allengskens flaauwer l a a 13 inaal
h^rhaalen. Als men op een zekeren afftand
van deeze linie afwykt, hoort men in ’ t geheel
geen weérklank; om dezelve rede, dat
men hec beeid in den fpiegel niet zou zien ,
als men zig op te grooten afftand van de
ruimteSf , die ’ er tusfchen de twee fpiegels is ,
begave. Als men zig eindelyk vervoegt in
de ftreek-linie, die v a n ’ t hoofdgebouw tot een
der toorens loopt, hoorc men niet dan eene
enkele herhaaling, omdat de twge weérklan-
ken dan niet meer te faamen loopen, ten
opzigte van hem, die fpreekt, maar ’ er ten
zynen aanzien flegts één plaats hebbe.
r
■'Im