
li*?' ' f
f \ i I I ' I j t ‘F
Î 1
r # . P *
t r f!i
*38 N á T Ö 0 R i£ Ü te D Î a É
áeñ dag, etî uit desze prdevè# maakte by he|
befluit, dat ’er, zonder zaad# geen plant kaö
Voortgebragt worden.
V. Uit heh geene de Heef Martinet, op
pag. S54» enz* zegt# wegens den groei def
Planten, fchynt Zyn Eerwaarde my toe van gedag*
tente zyn, dat de Aarde als Aarde, op zig zelve
aangemerkt, tot den groei der Planten weinig o f
geen voordeel toebrengc 5 maarweldegem'eng«
de Hoffen, die zig in de Aarde bevinden; als hef
gout j water# olie , lucht. vuur, en wat dies
meer is ; te meer, wyl men Tulpen# Hyacin*
then enz. ,opgiazen, alle met water gevuld, in
den winter voor fchoorfteenen en venflers gezet,
ziet groeijen. Hebben de Natuurkenners hief
van ook nog nadere proefkundige beWyzeM, om
tetoonen, dac het groeizaam laven van Plamen
en Boomen, door ds fappen, die in de Aarde
zyn, en Diet door ¿e «íl^arde zelve veroorzaakt
wordt?
A. I ? ; en dat dît met de waarheid overeen*
komt, heeft de vermaarde Heer Bode 00^1*^
vonden, op de volgende wyze; hy'^zagj éoof
waarneming, dac eene Plant vaif 3 ponden,
ennaderhand nog een van 14 ponden voort
bwam, uit eene zekere hoeveelheid der Aarde,
die alleen, door regen o f brcnwaater bevogtigd
w aapw e e st, welke Aarde, die, voor en na
dac' ’er deeze Planten uit voortgekomen waren,
droog en met alle naauwkeurlghejd gewogen
' • . _ zyn*
A A te M K I te á i te.
zynde, byna niets van haar gewigt verloren
had*
V. Ik kan niet nalaten te erkennen, dat zulk
eene proef ontegenzeglyk bewyst, dat de Planten
haaren groei en gewigt niet uic het lighaam
der Aarde zelven, maar uit het Vogc, dat 'er
in is, trekken.
A. Hier van zal ik ü nog een handtastelyk
bewys geeven. De Heer Fan Helmont droog«
de 200 ponden Aarde , waar in hy een Wilgen-
boom plantee, die 5 ponden woog. Hybevog-
tigde dien met regen, of mec overgehaald water;
en om te beletten, dac ’er geene andere
Aarde van buiten bykwam , bedekte hy den
bak, mec een gegaajc tinnen dekzel. Vyf jaaren
daarna woog hy den boom, met alle de bladeren,
die ’er na dien tyd aangekomen waren,
en hy bevond het gewigt daar van 169 ponden,
en 3 oncen, terwyl de Aarde, maar om?
trent 2 Oncen van haar gewigc verloren had.
V. Zou het Licht bevorderlyk en nopdzaake-'
lyk zyn, tot den voortgroei en hec leeven der
Planten? zie pag. *57 . —
A. Denkelyk ja ; dan, wyl ik hier van, door
eigen ondervinding , nog niec oyertuigd ben,
zo zoudt gy om hier van zeker le zyn, de proef
kunnen neemen.
V. Wellige doe ik zulks nog eerlang; maar
boor den Eerwaarden Martinet verder, daar
by zegt; „ inisfcMen beeft het Licbi
» d e »
'' I W
! Í
r i
■A f i
' . f t ”
m
Y *