
fVr
I
’ '■I |'tI|
$ /■
vyf honderd en vieienzeventig Gellen gebouw4
heeft; hoedanig de Byén, door de voortteeling
vermenigvuldigd#geen bekwaame wooninglan-
,ger in de korven bebbende, met een zwerra zig
naar,elders begeeven, om hun Fortuin te zoe»
ken, onder geleide en aanvoering van haare
Koningin : hoe wonderlyk aartig zy zig in hunne
nieuwe wooningen verdeelea, en hoe kons*
tig elk zyn byzonder werk verrigt # zonder daar
in onderwezen te zyn; hoe de Koningin hen tot
dit werk aanmoedigc, en zy de Koningin .ge-
hoorzaamen#en eerbied bewyzen,of denmoed
iaaten zakken, als dezelve fterft, vermits her
werk dan eensklaps geftaakt wordc# en zy om
hals raaken, zo men hen geen nieu w Opperhoofd
wedergeefc; hoe dat zy op de bioemen vlie»
gen, maar niec voor den agtften dag na het
opengaan der bioemen; hoe verwonderlyk de
Byen des winters op de HomraelbySn aanvallen,
en ze dooden, vermits zy alsdan van, geen dienst
meer zyn,en flegts denverzameldenHonigyer-
jeeren; ö l verwonderlyke voorzorg der Voof*
fenigheid in deeze kleine diertjes! welk een allarm
*er ontftaac onder de Byen, wanneer ’er
by pngeluk een vreemd Infecc in de Korf ge«
kfopen is,,en welke verftandige middelen zy in
’ t werk ftellen, zulk nadeel te verhinderen; hoe
dat de landman op het voordeeligst zyne Byé >
korveabebandelc, en de zwermen van Bjen in
:de Korven aankweekt; ep, eindelyk, hoedanig de
konstkonscdriften
der Horfels, Hommeh en Wespen.
zyn, en hoe verwonderlyk zy hunne behoeften
en noodwendigheden weecen te vervuilen, naar
den wenk van hpnnen Àlmàgtigen Schepper;
allen byzonderheden ; die de verwondering op-
wekken, voor alle de zulken, welke hier in on-
kimdig zyn ; en hoe veele leezers worden ’er niet
gevonden,die hier van weinig o f niets weecen,
— Misfchien hebt gy hier by ook nog iets
aantemerken ?
' A. Terwyl nu de Heer Martinet U een vry '
omftandig berigt van de Byën heeft medegedeeld,
zo zullen wy ons daarby niec lang op-
houden, maar nog kortelyk het een en ander
melden, waar van zyn Eerwaarde weinig of niets
gezegt heeft ; naamelyk, hec zal uwe aandagt
buiten' twyffel opwekken, en tevens niet on-
waardig zyn, zo ik U eens wat oraftandiger verhaal,
hoedanig de Hommels o f mannetjes van
de andere by ën des winters gedood, o f vermoord
worden, van welke flagting zyn Eerwaarde kortelyk,
op pag. 14 7 , eenige melding maakt. De
omftandigheden, die daar by voorvallen, zyn
merkwaardig, en door den vermaarden Natuurkenner
de Reaumur naauwkeurig waargenomen,
V. Ik ben zeer nieuwsgierig, om dezelve
eens te hooren, want ik twyffel niet, of die
groote man zal daar van wel lets byzonders te
boek gefteld hebben.
A. Het ombrengen van de Hommelbyen gaat-
III. StüK, F al- 1 H
■
■ ! y