T H E S A U R U S 47
N u m . 8. Cancer macrochelos ^ feu loyigtmanm^ fpmofus^ Onentaln.
Inter omnes Cancrorum fpecles vix inveneris rariorem. Brachia ejus vel ciuatertantô longiorafùnt,
cjuam corpus ipfum, quod quidem rotundum & exiguum acuminatis undique fpinulis obfitum eft.
Brachia itidem fpinis horrent. Rehqui ot5to pedes la:ves, palHde ruffi, prater tres longiores articulos
J longo quoque & acuminato finguli unguc gaudent. Oculi profunde intra caput fiti funt.
N u m . 9. Cancer macrochelos ^ fp'mofus y alter ^ minor ^ Orient ah s.
Priori maiufculo forma tenus flmilis eft, fed coloris dilute fpadicei. Âidrovandus^ Rmnphks^^WIC^Q^
hujuscC fpeciei icones quoque dederunc.
N u m . 10. Araneus J martrnis ^ crujlatus, alter ^ tnargarittfer ^ promis.
Priori hac in Tabul a exhibito, lëEvi, congener hie efl, atminutis quafi margaritis afper. Caput quoque
magis rotundum, & os aliter formatum gerit. Bracliia, Forcipes, pedesque poiHci pariter iünt
ion Od or e s .
N u m . II. Idem fuphms.
N u m . 12. Cancer faxattUs J ex rtibro maculatiisy Anericanm, rar'sor.
Latitude ejus fesquiplex eft longitudinis. Maailx, faturatifTîme rubras, diverfmiode figurata:, teftam
ornant, niarginibusque dilutioribus in parte antica lati capitis fimbriantur. Oculi, longe ab inviceni
diHTiti, cujusdam articuH ope prominuli lunt : os latum fuperna parte quoque fimbriatum eft. Ca;terura
tefta fuperior, paulum convexa, glabra, utrinque minutis pundis rubentibus guttata eft. Pedes, craftîs
& brevibus pr.-editi articulis atque unguibus, arête verfus corpus contradi lliut, prout llib Num. 14 eft
videre.
N u m . 13. Cancerflofculofus ^ AmhomenfiSj rarhr^ elegantîjfimtis,
Poftica ejus pars lata admodum utrinque acuminatos e-mittit procefTus, raro admodum in aliis Cancris
conlpicuos. Tefta fuperior, dilute Arantii coloris , ocellis exiguis, quos inter quidam minutiilimi funt,
tanquam Iquamulis veftita, parte anrica laturate Arantio colore interftinda, Imgulari Bolciilorum quali
apparatu fuperbit. Oculi, anteriiis circa os proxime ad fe mutuo collocati, ope articuli cujusdam prominent,
ut eminus difpicere queant. Brachia crafla, forcipata, pedesque poftici & cauda tam prefle fub
tefta fuperiore contrada hxrent, ut vix videri poffuit.
Num. 14.
Num. 8. Getakte engedorende Oofi-Indifche Krab^
met lange armen , of handen.
Dit is een van de raarflc foorcen van krabben, die 'er gevonden
V/orden. Hare armen zyn wel viermaal langer dan hcc gehele
l y f , dat klein cn rond van gedaante, en geheel met puntige dorentjes
begroeit is: zclls zyn de Icharen der lange armen daar
mede voorzien. De overige acht poten, zynde glad en bleek
rosverwig, bellaan uit drie lange leden, en zyn mee lange, puntige
, klaauwen voorzien. De oogen zitten diep en ingedogen
in het hoofde,
Num. Andere kleiner foort van gedorende en
langgearmde Krab, liit Oofi-lndïè,
Z y k o m t , wat hare gedaante betreft, met de voorgaande ^rote
krabbe overeen ; maar hare verw is licht kallanie-brain. \Vy
vinden van deze Ibort ook by Aidrovandus, Riwiphiu:, cn anderen
, in plaat verbeeld.
Num. 10. Nog een andere foort van ronde, korfl^
achitge j Sphinenkops-krab, van boven texten,
Zy is van een diergelyke foorc als de boven verhaalde ligte
krab, maar heeft, in plaats van eene gladde, eenc als mee kleine
peerlen bcHrooide fehaal. ilec hoofd'c is ook ronder, en de bek
van een anderen gedaante. De armen, Icharen en achterpoten
zyn aan deze krabbe insgelyks langer dan aan de voorgemelde.
Num. II. De zelve van onderen te zïen^
Num. 12. Seldzame fchone^ licht rode J-VeJl-,
Indifche Rots-krab,
Zy is wel de helft breder dan ze lang is. De fehaal is met heel
hoog rode plekken,van verfcheide gedaantens, veiiiert,waf.r van
die , welke voor om het brede hoofdt zitten, met lichte kringen
omlbomtzyn. De oogen Haan verre van malkander, en Heken
met een leedtje buitenwaarts: de brede bek is van boven mede
omlbomt. Voor het overige is de bovenfchaal eenigzins verheven
rond en glad, en aan wecrzyden met kleine , rode, Hippels
bezet. De poten, zynde met korte, dikke, leden en klaauwen
voorzien , zitten digt in malkander tegen het lyf aan , aU op
Num. 14 kan gezien worden.
Num. 13. Zeer rare enßerl'yke ^ bloemachtige^
Krab, van Ambon,
Zy is van achteren geheel breed, en aan weérzyden met breed
uitllekende punten bezet , het welk aan andere krabben zeer Iel"
den gezien wordt. De bovenfchaal is lieht ortinje-kleur, zynde
met kleine oogjes, als Ichubbecjes, waar onder eenige zeer kleine
gevonden worden, bekiecd,van voren met hoog oranje-rood
getekent, en met vremde liguren bloemachtig verliert. De oogen
, die voor aan den bek digt by malkander Haan, fteken met
een leedtje buytenwaarts , zo dat zy ver daar mede kunnen zien.
De dikke voorpoten en fcharen, gelyk ook de achterpoten en de
Aaart, fluyten onder do bovenfchaal digt aan malkander, zo dat
de zelve naauwlyks kunnen gezien worden.
M 2 Num. 14.
ï i
li