TAB. XLII
T H E S A U R U S . 127
Num. 2. Ejusdem eft fpeciei, atciue colons, at pidura difcrepat ; cum macule nubilofe mapis licic
pc^c'd implicentui-. Apex etiam coronx magis prominulus eft, quam in
Num. 3. Idem fupinus.
Num. 4. Ejusdem lpeciei& coloris alter, clegantius tarnenmaculatus, iV^W^^vocatRumpMus
liasce fpecics.
Num. y.
vocatus. In M;^eo Kirchenaiio, fub Num. 130, ejusmodi Cochlea exliibe,tur, haud tamen diftinétî
ibi dcfcnpta. Qiiod ea cyhndri inftar coiivoluta fit, & antica parte , in modum pyramidis, acutifl^me
& eleganter terminetur, atquefupra, pofteriora verfus , circa claviculam, in anguftum coëat crafTo ibidem
fulco excavata, a Liftero equidem liquido indicatum eft. Merito videtur fpecics lise inter Volutas
Acnatmas pofle rcferri , quarum iionnullas poftmodum exhibebimus. Dura craflaque iis tefta eft Quam
hoc Numero repra^fentamus, laftei eft coloris, ex fpadiceo maculata, & marmoris inftar variepata
quorundam Achatarum Orientalium. Qiia fpadicea eft fuperficies , tenuibus tota filamentis dSintmi
lilnl in Candida ejus parte
animadvertitur.
more
tur
qua
cujusmodi nuni m canciiaa Num. 6. " Ejusdem fpeciei alia, dilutius ruffula, majoribus maculis notata, tenuibus fibrulis,
ruffus colorregnat, diftméta, perquam glabra, fplendida, & quafi Ixvigata.
Num. 7. Hujusce fuperficies alba, intermixto malini floris rubore varia, maculis, tanquam nubecul
i s , atro-fulcis atque albicantibus diftinda, nigris defuper fafciolis circulatur. Cxterum & tenues lieic
Imeola: capillares albx, uci in priore, vifuntur. Antica pars paululum introprelTa eft, & turbine an^uftiore
donata. ^ ' o
Num. 8. Et Iia:c de Volutarum eft fpeciebus, pemtus albicante gaudcns tefta, ex fpadiceo nubilata,
variegata, eleganterque notata. '
. Numn.. 9. Eadem fupina. Genus hoc multis pollet fpeciebus, quarum quxlibet peculiari eaudct aparatu:
ablit vero omnes heic figuris verbisque exponere, quas noftro in Mul'eo alTervamus ^ quandoqui^
em earum numerus modum excedit. ^
Num. 10. Rhombus cylindro-pyramidalis, ex ruffonebulatus. Aliam hie ad fpeciem pertinet, quam
priores : antica enim parte circa extremum turbinatum late extumefcit,- &c fuperficie gaudet faturate fpatlicea,
pallide albefcentibus maculis, nubilofis, veluti fubtus transparentibus, more multorum Achata^
rum, diftinda. Species hxc itidem in formam pyramidis arde convoluta eft, fupra circa caput lata in
claviculam anguftam coiens. '
Num. II. Ejusdem hie eft fpeciei, fed ex flavefcente ftifcus, oblongis latis maculis, albicantibus ,
tanquam annulis, ornatus, fupra verticem eleganter vaiiegatus. Rarior autem eft, 8c ex America Hifpanorum
adfertur.
Num II. Decorticatam heic exhibeo Volutam Tigrinam, iUi, qua: Num. y habetur, geminam
fub vefte exteriore ex albo & pallido malini floris rubore inter fe miftis undique p ida, mix, ii ulterii
la:vigando detereretm-, rubicundior adhuc apparitura foret. ^
>
terms
Num. 13. Aha ejusmodi fpecics , quoque Isvigata, ladea, dilute putpurafcentibus fafciis latis, anguftisque,
ornata, anterius circa verticem faturatius Amethyftino colore tinda.
^ N um. 14. Nubeculaarantiicolorisjornatu inufitato confpicua, anterius in apiccm acutifTimum tur^
binata, fuper arantium teft.i; colorem dilute albis pallentibus nubibus atque pundis vai'legata.
Num. I J.
Num. 2. Is van dc zelve foort, doch vcrfchillende, niet in kou-
J e i i r , maar in tciicnin^, cinar dc wolkachtige vlakken zich meer
d o o r malkander gefiingerd on verward hebben : ook llcckt de
k r o o n p i m c meer uit dan de vorige.
Num. 3. Dezelve van onderen vertoond.
N u m . 4 Is mede van dc zelve foort en kouleur, maar fraaier
g e v l a k t . Rumphius noemt deze iborten Nubecuhe , dac is ,
IVolkjcs.
Num. 5. ry^er-rofew,dievanccnigen KUmmtndeLeen'xengcn-xmM
\vorden ; by Lilkr Rbomhus Cylindro-pyramidales, clavicula fulca-
Ta. In \ Mufeum Kircbcrianum\soxAi 'er een vertoont, die niec
d u i d e i y k befchreven is , op Num. J30. Dat ze gelyk de cylinders
als in malkander gcrolr zyn , en pyramiedswyze voor aan 't
h o o i d t heel puntig en fiorlyk eindigen , gelyk mede van boven
naar achteren aan dc lliiiting fmal toelopen', met een dikke voorn,
i s van Liiter klaar vertoont. Men zou dit gedagt met recht
o n d e r dc Agacc Toten kunnen fiellcn, waar v a p V y in 't yer\'olg
v e r l c h e i d c zullen vertonen, liet zyn harde dikfchalige horens.
D e z e is mclk-wi t , met kanftanjc-bruin gevlakt en ovcrmarmert,
g e l y k zommige Oricntaalfche Agaten. Het bruin is ais fyndradig
g c l l r e c p c , dat op den witten grondt niet gezien vvardr.
Num. 6. De^c is lichter rosverwlg, maar groter gevlakt, cn
f y n d r a d i g over dc roffe kouleur geltreept, zeer glad en glanzig
als gepolylt.
N u m . 7. Deze i.'i ove r de fchalewit, met rood, gelyk appclb
l o c f l e m - k o u l e u r , vermengt, me: donker bruin en wit gevlakt,
als gewolkt , met zivarte bandtjes, die daar ais over heen gewonden
zyn; verder mede als dc vorige me: lynewi t t e haairigc llrecpj
e s overtrokken. Van voren zyn zc wat ingcdogen, cn fmalier
üuitrcnt hun krul.
Num. 8. Deze is mede van dc zelve foort van Vobita , zyn do
g e h e e l wiu over de fchale , mee kaltanjc-bruin 0 v e rwo l k t , gemarmert
en fraai getekent.
Num. 9. De zelve van onderen. Dit geflacht heeft vele foort
e n , en ieder een byzondcre tekening ,di e wy niet alle , die in ons
Kabinet zyn, zullen in plaat verbeelden en befchryven, nademaal
het getal daar van te groot is.
Num. 10. Deze is van een ander gcdachc als de voorgaande,
c n van voren aan dc krul breed u i tgezet , die over de fchalc donker
kaOanjc-bruin met bleek witte vlakjes wolkachtig daar als
d o o r heen fchynen, gelyk men veel in de Agaatfienen ziet. Dez
e foort is mede dig: in malkander gerok , van gedaante gelyk
P y r a m i d e n , van bovenaan de kruin breed, cn aan de 11 u i t i n g fmal
t o e l o p e n d e .
Nam. II. Deze is van de zelve foort, maar geelachtig bruin
g e k l e u r : , met langwerpige , brede , witte , vlakken ringswyze
v e r l i e r t , van voren over de kruin fraai gemarmert. He: is een
rare foort, die uit dc Spaanfche Wcft-Indiön komen.
N u m . 12. Is een afgefehilde Voluta Tigr'ma , gelyk die van
Num. 5, die onder de cerftc bckledinge wie met bleek rood , gel
y k appclbloeiTem-kouleur, geheelgeverwc is, w e lke , a l s ze meerder
wicrdt afgepolyf t , zich nog roder zou vertonen.
N u m . 13. Een ander van de zelve foorc, die mede afgep
o l y f t is , melk-wit, met licht paarde , fmalle cn brede band
e n -verfiert; voor aan de kruin of krul hoger Amatift koul
e u r i g .
Num. 14. Een ongemeen fraai oranje Wolkbakje, mee een
heel puntig krulletje van voren , over de fchaal oranjeverw
i g , met lichr witte cn bleke wolken en ftippelcn overfchilderc.
I i 2 Num. 15.
• V
'1 " 1
i