i 8 R E R U M N A T U R A L I U M
N u m . 4. Luna marina altera, fupina.
Priori hxc fimilis eft, at fubtus confpicienda heic fiftitur. Color ejus eft faturate rufFus. Radiorum
quorundam apices breviores func & minime crifpati. In medio ftellula cermtur, quar uti minores promit
radios, pariter, utinpriore, articulatosi iic incus in c e n t r o confpiciendos prxbec demiculos.
N u m . 5. Stella marina, rarior, pentaäis, dentata,- fen Bellis Scolofendrica,
ex India Orientait.
- Pulcherrim^ huius Stella: radii quinque, ucrinque denticulis juftè ordinatis inftru^i, fubtiles referunc
ferrulas^ coft^cque, vel nervi ipforam ex articulis conftant mobilibus, ut pro lubitu m omnem partem
moveri queant. Corpus perfedè circulare utramque fuperficiem ex faturate bruno pidtam monltrac.
N u m . 6. Stella lumbricalis, corpore pentagono, echinata.
S t e l l u l a h x c , pungentibus undique horrida, Fxhini inftar, aculeis, radiorum cof t a s pariter geniculatas
gerit. Corpus prar tenuitate vix difcerni poteft: unde Lumbrici inftar fefe contorquere valec Aniraalculum.
Color fubrubellus eft.
N u m . Stella marina, ^ermiculata, [errata,
Radiorum latera minutis quafi ferra: denticulis afpera funt. Corpusculum minutum, rotundum, ftel-
Iiformi in medio foramine patet, quod qumos contine: denticulos adeo mmutos, uc vifum tere tugianc.
Color ex ruffo flavefcens.
T A B U L A D E C I M A .
N u m . I. lit. a. Echinus, marinus, minutijftmus, Jfricanus.
Omnes quidem ad banc fpeciem pertinentes ejusdem funt form^ & magnitudinis, valdeque teneri,
atque cuberculis perexiguis aiperi. Spinulis etiamnum horridos quoque poffedi: at vix ieviUimum terunt
adta£tum, quin in parciculas difFringantur. Facies fupina, lit. a , fteUata eft & circularis, ex düute rubro
pi(5ta.
Lit. b. Idem fubtus confpicuus eft.
N u m . 2. a. Prioris fpeciei alius, pariter Africanus,
Ex dilute fulphureo piélus hic e f t ; & pauIo major prscedente.
Lit. b. Idem fupinus exhibetur.
Num. 4. Tvjed'ee ffoo.o rt wan duhhelde Zee-ßer,
of Zee-maan.
Num. 3.
Num. 7. Klein 'wormachtig Zee-ßerretje.
Het is rondom de ftraalcjes met kleine zaagtandtjes bezet, en
heeft een klein rond lyf, met eene fterachtigc opening in 'c mid-
D e zelve k omt met de voorgaande overeen , behalven dat deze ^^^ ^ ^^ ^^^ j^jg^^jg t andt j e s , die naauwlyks te zien
van onderen vertoont wordt, waar van de koleur donker ros, vérderis het röT-'eêeïg^^^
en eenige van de draaipunten korter, ook niet gekrielt zyn. In & &
' t midden vertoont zich een klein fterretje, daar de tanden te
voorfchyn komen, mede met kleine ftraal-takjes, en kleine leedt
j e s , gelyk de voorgaande, vanboven. T I E N D E TAFEREEL.
Num. 5. ByzonJer fchone, dun geßraalde, Zeeßer
3 met wyf takken, uit Ooß'lndie.
e takken zyn alle in nette order rondom getand, gelyk fyne
Num. I. let. a. Allerkleinfle foort wan Afrikaanfche
Zee-af^eïtjes.
Z y zyn alle van eene en de zelve gedaante en grootte, maar
zeer teer en fyn geknoopt. Wy hebben ze mede met dorentjes
zaagjes: de vytribbeftralenbeftaan alle uit leedtjes, ofgewrich- tyn geknoopt,wy neooen zc mcuciuci uuicmj«
t j e s , om de zelve te bewegen naar hun welgevallen , en het lyf gchadj maar zy kunnen het geringfte aanraken niet verdragen,
is van boven cirkel-rond en donker bmin-verwig, gelyk van on- of zy vallen te zamen in brok celtjes. Het bovenfte deel is ftcr-
f z y
achtig en rond, met licht rood gekleurt.
deren.
Num. (J. Egelachtige kleine Zee-fier, met jlekeli^
ge, rode 3 doorntjes ^ als de jonge Egels,
rondom bezet.
B y let. b. ziet men het zelve van onderen.
Num. 1. let. a. Een der zehe foort wan Zeeappeltjes
D e ribbeftraakjes zyn alle mede met kleine leedtjes gevoegt . Dit is met licht zwavel-geel gekleurt, cn iets groter dan de
Daar is byna geen lyr aan te zien, weshalven zy zich kunnen voorgaande.
, uit Afrika.
draaien gelyk een aardworm. Hunne kleur is roodachtig gever
wt .
Let. b. vertoont het zelve van onderen.