T H E S A U R U S . 5»
V v ' ^ a V V r ^ ^ ' " ' ^ ' ud Cochlea marin. . , in g löbum veluti c ü f pmt ü t Nort
e d u h s eft hic Pifcis Grxcis OEfopo^es vocantur Polypi, nomine haud incongruo, fiquidem radiata bra^
c h i a pro pedibus habeantur: attamen, ut fiipra memorav i , non adeo pedes funt , qui m Haadfa , cuius^
m o d i m Stellis marmis occurrunt, aux membrana. tenfe opc, prope caput , inter k colFi^ancar/uti
p e d e s Anfenni at demceps abfolute J i f t inda ad finem decurrunt. Ncc ofTei, nec cartilarmei quidpiam »
i n toto hoc An.mah, fatis quidem parvo, uspiam repcritur: craJa faltem tcnaxque tuni c a / ima cum
c u t e m o l l i , vilcera ejus, mole parva, compledticur.
N u m . I. Polypus ma s , duplicatis papi l iarum, oculis fJmi l ium, fcriebus, in prona parte radiorum.
i n f t r u d t u s . r r ^^ »
P r i o r i fimilis, minor, fubtus confpicuus.
E j u s d e m ^peciei alius, adhuc minor, fupra confpiciendus.
P o l y p u s Fcemina, major, prona.
F c e m e l l a altera, minor, fupina.
J u v e n c u l a alia, minima, corpore rotundo.
A l i a fnnilis, corporc oblongo.
O v u l a ramulo Planta marm^ adfixa, partim fcECunda, partim ftetilid.
N u m .
N u m .
N u m .
N u m .
N u m .
N u m .
N u m .
T A B U L A T E R T I A.
Sepu.
S e p m r u m genus ni omn i foe ora maricima deprehenditur, tarn Oricntal i s & Occidentalis India:, quam
A n g h a : , Gal.a;, kahx prrfertim verb in Sinu Veneto: quin & in noftris lictonbus. A pa^o maridm
o 3 c n i ^ nomen eft, & Sandn^oordo, v iva. , nullaque parte mutilata;, in aqua mans aOerva^a:, quand
o q u e mihi adl a w funt Qiiodfi aquis edu^a; aëri exponuntut, fnbito pereunr, relolvuntur, moxque
c o m p u t r e f c u n t . Cuticula carum exterior, tenera, plumbei eft coloris, & contredata digitis adhxrclcit
a m r a a l i mortuo; at hoc y vente id non contingit. Octidui fpatio colliquefcunt Iponre m tabum vifcid
u m nigricantem, fetidum ; relido folum oHe dorfal . , roftroque n i g r o , rccurvo, Pfittacorum armulo
t a m ievi, nt aquis innatet, hincque ut p lur imum in Amb a r o grifeo & nigro defixum reperiatur majoré
m i n o r e v e copia Prxferunt periti Amb a r u m hisce roftris g r a v idum. Vet?res fcriptores c^ediderc, roftfa
h oe c potius de littorahbus ve marinis efTe avibus : at nos per expericntiam aliud fumus edofti. Os dorfale
Sepix elt, quod 0 . Sep,^ v o c a t u r , plerumque ab imperitis pro fpuma maris habitum ; fiquidem poft
i n g e n t e s mans procel as verlus littora propellatur, magnoque numero col leüum veilale o & r a l i r V h S Z
Z T ej u s qui ufum probe norunt. Sunt qui Sepias perperam vocan: Araneos man
n o s quod ipfis n ome n mmime competit. G^fnero a u d i u n t idiomate Teutonico Black Kuttel^ Arabibus
Sarthan^ Graces vero Latinisque • Belgis Fehs manni, nomine iterum Animal i huic mmus conÇ
r u e n t e . Bntanni redius vocant Black.ifch, quafi Pifcen, atranentofim, fiquidem Scpi . . q u e , ac L I
i g m e s , nigrum fuo m corpore fuc cum gerant atramentalem, qui peculian conclufus veficuLa, « 1 fel ,u
P i f c i b u s ,
len hunne ftralcn iri een ronde form, gelyk de zecflakken. Dez
e ichepfelen worden met rot fpyze gebruikt voor menfchen. By
de Grieken worden zy Oaopodes, oK achtvoetige genoemt, het
welk met hunne gedaante overeenkomt, als men de Itralen voor
poten aanziet: doch het zyn geen poten, maar zee-ftarachti^e
Itralen , gelyk boven reeds gemeld is, die met een uitgebreid
vlies boven aan t hoofdt vall gehecht zyn,als een uitfpanfcl, ne-
J^yk men aan de Ganze-poten ziet, waar vun de overige uiteinS'en
bevryd zyn. Aan 't gehele dier, dat zeer klein is, worden geen
graten of kraakbeemge fubftantie gevonden, behalven alleeSlvk
een d,k lymig vlies, met een zachte huidt, daar de incewanden,
die met veel zyn, m bewaart worden.
F i g . of Num. [ vertoont een mannetjes Polypus, met dubbelde
reien zuigers, die als oogen van onderen aan de ilerre-llralen,
en van boven glad zyn. '
Een kleine Polypus van dc zelve foort, van onde-
Een andere, van boven.
Een grote wytjes Polypus, van boven.
Een dito klemer, van onderen.
Een dito heel klein en jong, met een rond Ivf.
Num. i.
ren te zien.
Num. j.
Num. 4.
Num. f.
Num. 6.
Num. 7
- ó' langwe rpi g ly£
Muni. 8. De cicren,aan een 2ectakjegchecht,waar van deels
bevrucht, en deels onbevrucht zyn. '
Engelfche, Franfche en Italiaanfche kuften, en voornamentlvk
in de Gol f van Venetië, als mede aan onxe lands ftranden Zy
zyn my levendig van W y k op Zee en Zandvoort in 'tzeewiter
t'huis gebragt, zonder de minlle belchadiging. Als zy buiten
't water in de lucht komen, llervcn zv fchielyk, worden
llencciia, verderven en vuilen ten eei fle. De dun-vlieziae bov
e n h m d t i s l o o t v c r w i g , en als men dezelve, na dat de b^eellen
dood zyn, aanra^ikt, blyft ze aan de vingers zitten, maar levendig
zynde met: ook vcrgaanze in acht dagen tyds in een lymi?
zw.irt en ftinkend water, blyvende duar van niecs over dan hel
rugbeen, met de kromme, zwarte, bek, welke naar die der Papegaaien
gelykt , en in' t water door de ligrheit boven dryft, en
gemeenlyk in de graauwe en zwarte Amber gevonden wordt;
doch \n eemge bukken meer , in andere minder. Zy wordea
door de kopers van de Amber daar gaarne in gezien De oude
Schryvers zyn van gedachten gewcert , dat deze Zeekat-bekken
van ilrand- of zeevogels waren; maar wy hebben door ondervinding
anders geleert. Het rugbeen is 't Os Sepia, dat gemeenl
yk door onkundigen zeefchuim genoemt wordt, om dat zy aan
lirandt komen aandryven, na dat het zwaar weer en ftorm is ce-
\vcefb,en by duizende aan apothekers en zilverfmids te koopaan-
Jy.. gLiiuL-im würut, om aat zy aan
Itrandt komen aandryven, na dat het zwaar weer en ftorm is ce-
\vcefb,en by duizende aan apothekers en zilverfmids te koopaangeboden
worden,die het gebruik daar van zeer wel weten Verder
worden de Sepia van eenigen met een verkeerden m^mMeer-
Jpinnen geheten, dte haar geenzins toekomt, defnerus noemt ze
in 't Hoog,iuitich,5/^f^ Ä«/?f^}deArabiers geven haarden naam
van Sarthan, en de Grieken dien van Sepia, g.-lyk ook de Latyncn.
Zy worden hier te lande Zeekatten genoemt , welke naam
mede geen overeenkomft met het dier heeft; maar de Enffelfchen
zyn'er naait by met den naam van Blackvifih, om dat deze fchep-
D i t geflacht van zeekatten wordt byna op alle zeekufVen a . h ^u Lo/igozcn een zwart fap, als inkt , in hun lyf
vangen, niet alleen in de Ooi l - e n We r f t L I T / u ^ ^ ^ ^ he b b en, dat in een byzonder blaas e, gelyk de vifTchen, hunne
I I / Wc l t -Zndi c ,maai - zells aan de gal voortbrengt, en met hunne natuurlyl« eigenfchap overcen-
^ iomc .
D E R D E TAFEREEL.
Zeehanen.