i
i i 2 4 R E R U M NATURALÎUM
Num. 5p.. Bitccinuni umbilicatum, binis txniolis, una purpurea, altera ruffula fafdaUim. Priori
j)roxime adfine eft: at labio lato, fimbriato, gaudet.
Num. 40. Priori compar, fafciis carens, at profunde iiratum, èx lutefcente pidum, in quinque
circumeuntes fpiras contortum.
Num. 41. Coclilea turbinate pallide alba^ maculis fulcis diftin^ta, afiinisilli, qux fub Num. i
iiac in Tabula fuit exhibita, cujus txnixj funiculi, macule: regulariter digefta erant^ at contra in hac
maculiE temere nulloque ordine fitc^ funt. Funiculus albus cam ambit.
Num. 42. Hadem fupina, elegantiflime albicans, ad normam Optices profunde caVa, fpirainteriorc
intus undique dcnticulata, aut c]uaii mai'garitis fimbriata > fpira autem inrima, cralla, pundis fuTcis
pulclire circumfcripta, gaudens-.
Num. 43. Cornu Ammonis parvum,in tellufepai'iter ac in fluviis reperiundum. Inter Cochleas
umbilicatas quoque hicc ipecies refèrtur, profundaque fubtus fovea gaudet.
Num. 44. Buccinum umbilicatum, album, in quinque contortum gyros, acute tcrminatos, lato
pollens circum os l imbo, rcflexo, fimbriis quafi elaborato.
Num. 4j. Idem fupinum.
Num. 4Ö» Cochlca valvata. di£la-, minor J elegantillîmaj lutea fiiTciola alba, intégra j
aliaque nigricante, dimidia, lupremum apicem circumfcripta, rarior, ex Auftrino mari protradtSi
Num. 47. Eadcm fupina»
-Num. 48/
Num. 4<?.
Num. JO.
Num.
Num.
Num.
Num.
Num.
Num.
Num.
Num.
Num.
Num.
Num. di. Cochlea umbilicata, elegantiOîme varJegata & fafciata, m fluviis AmeHcx cîegchs:
Num 61 Buccinum umbilicatum, marinum, tefta gaudens cralTa, dilute cinereo-fufcum, fuprd
Krve, Iplendens, flammisque veluti pidhim.
Num. Ö3. Cochlea umbihcata, alba, ftriis capillaribus örnata, lataque circum os fimbria.
Num. 04. Eadem fupina, amplo ore parula.
Num. 6j-. Cochlea umbilicata, ejusdem, ac prior, formar, fed ex ruffo-fîavo variegata, Pemina
falcia, inferiorem craffam peripheriam ambiente, prsdita.
Num. 66. Eadem fupina.
• umbilicata, marina, priori forma fimilis, at pallide alba, lineolis capillaribus.
tenuiilimis, itriata, ^ '
T A B U L A
5 4
5 7 .
Tredecim lieic exhibemuS Coclileas Limacum terrefirium, peculiaris lîngulas for-
' ms & piaur.v, de quibus ulterius dicendum reftat nihi l , nifi quod infinity dcntur liujus-
•^ce generis fpecies, qux piótur^E elegantia alis alüs excelleatiores de palma inter femutuo
contcnduni.
Num. 39. Deze Navcl-flak is met tu-ee bandtjes, fiamcntlyk
m e t e e n paars, en een rosachtig bandqe , o.Tizwachcelt. Het is
mede een byfoort van de voorgnandc; docti deze is mee een brede
fomige lip voorzien.
Num. 40. Deze is een weerga van de voorgaande , zonder
banden, maar diep gevoorem, geeiaclicig gekouieurd, mee vyf
omlopende Qingers gegiert-
Num. 41. Een bleek-wit Wervel-hoorn, me: bruine pfekkeni
Het is een byföorc van die op deze plaat, die heel regelmatiggeband
, gevlakt en gefoomc is : in tegendeel is deze wild en
nier in order gevlakt, maar met een wit fnoertje omzwachtelt.
Num. 42. Verbeeldt 't zelve van onderen, heel fierJyk wit en
diep als een perfpeftief: de binnen-Hinger is van binnen doorgaans
getand , of met kantjes , als peerlen , omboord. De onderfte
dikke gier is met bruine flippen fraai omringt;
Num. 43. Is een klein Cornu Ammonis, die zich mede op dc
narde en in dc rivieren bevinden. Zy worden ook onder de Navel
horentjes getelt, hebbende een diepe kiiii van onderen.
Num. 44. Wi t Navel-hoorn, met vyf gieren omflingerc , die
puntig eindigen, met eenbreden omgeHagen Toom aan den mondt,
met uitwerkfels gelyk franjes.-
Num. 45. Met zdve van onderen.
Num. 46. Een byzonder fierljk, geef < Alykruikjc , met een
hele t n halve zwarte bandt van boven om het krulletje gewonden.
Het is heel vreemd, uit de Zuidzee.
Num, 47, Het zelve van ondefon.
Num. 4S.
Num. 49.
Rum. 50.
N ^ ! 5"' ve r tonen w y dertien land-flakhorens, ieder
Num" ijq' by z ond e r e gedaante en tekening, waar vaü
Num' cl" {.wy niets anders kunnen zeggen, als dat in dit ge-
Num" cf'^^ii'^f^'^ onbe f chr y f l y k veel foo^ten zyn , die
Num' i^' bo v e n het ander van tekening op hec
Num' 57' ^chooöfle uitmunten.
Num. 58.
Num. 59.
Num. 60.
Num. 61. Navel-flakhoorri, dat heel fraai gomarmcrc crt g S
bandeert is. Zy leven in de rivieren vari Wefl-lndië.
Num. 62. Zue-Navel-flakhoorn , met een dikke fchaai; licht
afch-bruinve'rwig, van boven glad-glanzig en als gevlamd getckcnr.
Num. 63. Wit Navel-dakhoorn ^ met zeer fyne Artepjes, eu
een breden foom om den mondt.
Num. 04. Het zelve van onderen, met een cHépe o'pening.
Num. 65. Dit is van de zelve gedaante als het voorgaande,
tnaar ros geel gemarmert, mer eerï dubbelden bartdt om dc oivderfte
dikke omkrïng.
Num. 66. Het zelve van onderen.
Num. 67. Dit zee-Navel-hoorn komt met de gcdnante VJtA
*t vorige wel overeen ; maar van kouleur is d:t bleek t^it,
Jnet fyne fireepjes, die gelyk fyift haairtjes daar over hceti
leggen.-
E E N
1
li' <11
; i;
jiiLL