i r jcji^majiJécit.
T H E S A U R U S . i6 i
T A B U L A SEXAGESIMA ET PRIMA.
Sedio vicefima ^ quaria.
Biiccina five Purpura bilingues.
Amplinimum hoc eft genus atque latiffime patens, cujus tamen fpecies alicC ab aliis permultum dlflinguuntur
& formas & pitSura) ratione : quin & difcriminis baud parum adfert roarium , e quibus protradje
funt, diverficas. Ultra (exaginta heic aeri indfa exhibeo fpecimina minora, qus inter Alata
lunt, altero nimirum labio crafib, & late extubcrante donata* alia vero proceflum digiti ffimulum exporrigunt;
alia ramulis brevioribus, alianullis prcedita^ alia apice turbinate ob gyros multiplices valde
protenfb gaudent; alia tuberola, fafciata, marmoris in modum variegata, plurimisque aliis m'odis
pidla & exornata funt.
roßro recurvo, clavicula muncata^ infmo labro in tenum
itim valde prodtiÜo.
N u m . I. Buccimim
_ Gyr i hujus Buccini, tuberibus & nodis insquales, apicem tamen turbinatum formant lasvem. Labium
pricterea cernitur heic latum, anteriora verfus in fpeciem digiti valde produdlum. Clavicula incurva
binas monftrat lingulas retrorfum inflexas.
Num. 2. Idem lupinum.
Num. 3- Ejusdem fpeciei aliud,fed multo elegantius , cujus major gyrus tuberculis alte afTurgentibus
veluti rugofus eft. Latus labii latioris chorda veluti fimbriaiur. Apicem turbinatum in ambicu,juxia
du6lum gyrorum, globuli ftipant apicem verfus fenfim proportionate decrefcentes. Latum labium digito
perquam longe exporrefto, aque ac in priore, inftrudtum eft.
Mum. 4. Idem fupinum.
Num. y, 6. Utraque h s c fuperne eleganter fafciata & tuberoß funt: at digitis gaudent ad labia minus
longis.
Num. 7. Minufculum hoc eft:, nec digitatum, fed labio obtufb, veluti retorto, prEeditum.
Num. 8. Labium huic tenuiftimum e f t , gyrusque major anguftis fafciis obvolutus, tuberibusque
profunde defcendentibus veluti plicatus. Apex turbinatus longum exporrigitur.
Num. 9 & 10. Ab utraque facie hoc exhibeo fpecimen, apice brevi, bvi , gyroque majore eleganter
, marmoris in modum, variegato, labiisque ex obfcure fufco fimbriatis, inftruftum.
Num. II 68. Omnia iftha^c Buccina ratione piftur® & formte inter fe difcrepant, atque fingula
flupendis & inufitatis ornamentis, miraque proportione fuarum partium, fuperbiunt. Eorum multa
fubtus confpicua pra;beo. Major autem eft numerus, quam qui figillatim nunc defcribi pro digniiate
a nobis queat.
T A B U L A
EEN EN SESTIGSTE TAFEREEL.
De vlei' en tmnt'i^ße Jnede.
Buccina five Purpura Bilingues.
Deze befïaan io een groot geflagte dat ver uitgebreidt is, doch
heel veel de eene van den ander verfchillende zoo in gedaante als
lekeninge, en uicwelke zeè'n dezelve gevifcht zyn, geeft mede een
groote verandering. Wy vertoonen hier in deze plaat over de
fertig foorten kleine, waar onder zyn Alata of gevleugelde, om dat
d e eene lip dik en breet uitgezet is, als mede die met een vingerachtige
tak voor uit fteeken, andere mee korte takken, en die
zonder takken zyn , en lang van toppunt door de veelvuldige
gieren uitfteken, die gebul t , geband, gemarroelc en op velerhande
andere wyze zyn getekent en verfierc.
N u m . r. BucchiWJi EiUngue, roflrorecuri'oifuuricata
clavicula, infmo labro in iemiem digilum
valde produäo.
Deze Kinkhoorn is over de gieren gebult en geknopt, verders
glad van toppunt, met een breede lip, die na vooren lang vingeragtig
uitfteekt j de fluicing ftaaï krom geboogen met twee tongen
achter over.
Num. 2. Dezelve van onderen.
IN'um. 3. Etn diergelyke fuorc, maar veel fraaijer , waar
v a n de groote gier, met hooge uitfleekende bulten gevouwen,
aan de zyde van de breede Lip, met een koorde als omzoomc
•wordt: het topeinde is rond om met knoopjes boven aan de gieren
omringt, naar proportie van de punt. De breede lip is met
een uitrteekende dunne lange vinger voorzien gelyk de voorgaande.
Num. 4. Verbeek dezelve van onderen.
Num. j en 6. Zyn beide van bovet> heel fierlyk geband en
gebult, waar van de vingers aan de lippen korter zyn.
Num. 7. Is kleinder en niet gevingert met een flompe lip als
omgeboogen.
Num. 8. Deze heeft een heel dunne lip, en is over de groote
gier fmal geband en met bulte diep uiigevoorent als geplooit mee
een lang uitfbeekende toppunt.
Num. 9 en 10. Zyn van boven en onderen vertoont met een
korte efFene toppunt, en fraai over de groote gier gemarmert
met donker bruin gezoomde Lippen.
Num. 11 öS. Deze Buccina of Kinkhoorens zyn van tekening
en gedaante verfchillende, ieder byzonder vreemd, fierelyk
en verwonderingswaardig geproportioneerd, waar onder ook verfcheide
van onderen verbeeld zyn; dus wy niet nodig oordeelen,
om alle wegens het groot getal van ftuk tot Huk ce befchry ven.
S f T W E E
•IV
1 .I;;.'
iil; ^I'i r'1 .
•lil
i