411
|r
7'AB. XLIU.
JV."^,
JZ.
ZI.
NPi^.
N P z j .
W N? zi. 2^? J 3.
Nl'jf.
T H E S A U R U S . 1 2 9
N u m : 54; J5 & Mi n l u f c u l ^ hx funt fpecies, pi£tura Temper discrepances, quamm alix^'ex dil
u t e flavo unicolores albis ta:niis nigrisque pundtis di lHnguuntur 5 alia;, ex viridi flavo luiicolorcs, ex aU
b o fafciati & gut tat a funt ial i x ex Arantio maculat e & guttata:; alix rurfns pallide lutea: punais'rubiis,
i l l tan-lias congefl is, circulantur. Ob multiplices varietates hoc loco haud dcfcribcmus minores illas,
q u a : in medi o collocaca: (iinc, fpecies: fufficiat eas xvi incifas fimul exhibuiffe.
N u m . 37. Et hie Rhombus ell, prioribus, Cafeolis viridibus di£tis j affinis. Quercini ligni colord
l i m p l i c e confpicuus binis albicantibus gaudec aiinulis, alcero fupra, ad caput , primum gyuuif ambicnt
c , altcro iiiferius fito. Antica parte gyri omnes penitiis candicantj atque ferrati in apiccm l a tum, prom
i n e n t e m , terminantur.
N u m . 58. Hadem fpecies k v i g a t a , pellucentem cxliibens purpurani . Caput album/ferracum, apice
r u b r o gaudet.
N u m . 55). Hxc magis adliuc Ixvigando detrira amc emi m Amcrhyft i color em, albisFafciis d i f t i n d umj
m o n f t r a t . Caput hujus quocjue Ixvigatum efl:, g y r o s q u e exhibet ex purpureo annulatos &c crifpaLos ^ f p c -
^ t a c u l o elegantiflimo.
N u m . 40 41. Bins Voluta: Arant ia: , albis oblongis ftriis, tanquam fafciis, circumfcripti.
N u m . 41. Ejusdem fpeciei a h a , ex Arant i o fuf c a , albis, latis fafciis circumdata.
TABULA QUADRAGESIMA ET TERTIA.
Se6iio fexta.
E l e g a n t i f l i m a heic exhibemus fpccimina, in quibus equidem depirtgendis haturani ärs fatis e x a d e imit
a t a elt. Quum vero largiflima hujusmodi rerum fupelledile f imüs i n l h u d i , exquifitillima femper atqud
^ p e r f edi f f ima fuo in generc exempla fclegimus, ut iis, qui ha:c amant atque intelliguiit, fatisfaciamus j
m a t e r i e m q u e demus , e qua mirifica omnipotentis Conditoris opera magis magisque cogriofcere difcant.
N u m . I. Voluta Arantia elegans, maculis insqual ibus, albis, venufte elaboratA. Liftero RWii/fj^
CyJ'mdro-pyramidaîïs audi t ; Rumphio Voluta pennata. Nos, quod modo dedimus n ome n , ipfî prre aliis
c o m p e t e r e arbitramur. Neque ex vilioribus ea ell fpeciebus. Aide convoluta apice pyramidali, èmin
e n t i o r e , gaudec.
N u m . 1. Eadem fubtus confpicua, qua parte liaud minuà elegans p i d u r â , quam fupra, efFulgct,
N u m . 3. Paulo hxc brevior eft & latior anterius, circa c a p u t , itidem tameli Arantio pi6ta colore^
m a c u l i s q u e in^qual ibus, albis & flavis, in fafcias quafi format is, fufFerta a tque exornata.
N u m . 4. Nonnibil tenuior ha:c & anguftior e f t , turbine cerminaca acuciflimo; coloris ex fufcoArantil
y maculis oblongis, inxqualibus, albis, variegata; extus p e rqua m Isvis &c fplendida.
• N um. 5. Eadem fubcus confpicienda, oequè venufta hac parte.
N u m . 6. Voluta dilutioris Arantii coloris, priore minor , maculis redculatis, iiia'quaîibus, albis &
e x fufco Arant i i s varia.
N u m . 8, p & 10. Vocancur au r o concexcj,aut&Fimbria:denciculacxj
f i q u i d e m fimili fere m o d o , a c pluma: in peiftore At t agenum, variegentur, pi(ftura interim atque coloribus
u s q u e discrepantibus : cerni tur eiiim dilute flavum , A r a n t i o - f i a v um, Arant io- fufeum , a t r o - f u f e um, a l b um,
t u r n
Num. 54, en jö. Dit is een kleiner foort , en altoos veranderlyk
van tekening, waar onder forteren die licht geel eciir
koiüeurig, met witre banden en zwart geibppelc zyn. Andere
zyn ccnkouleurig, groenachtig geel, wit geband en geftippcit)
andere oranje geel geftippelt en gevlakt j weder andere bleek
geel, mee rode Hippen bandswyze omringt. Om de velerhandt'
veranderingen gaan \vy het kleine goedtje , het welk in 't
midden geplaatft is, met ililzwvgen voorby. Het zal genoeg
zyn het mede in plaat te verbeelden.
Num. }7. Ditismede cenÄi&owi'ftijen eenbyfoortvandevoorgaande
Groene-kat}sJes,egiA\ eikenhout kouleurig, met twee witte
ringen, de een boven aan 't hoofde, om de eerlle gier, de twede
omlaag. Van voren zyn alle de gieren heel wit en gckartelcj
met een brede uitllaande punt.
Num. j8 Is de.zelve,gepolyfl,daar een paarfTc kouleur doorfchynt:
het wit gekartelde hoofdt heeft ccn rode punt.
Num. ip. Deze is nog meer argcpoly{l,cn vertoont een fchone
Amacilte kovileur, met witte banden. Van deze is het hoofde
mede gepolyft, daar dc gieren paars omringt en gekrield zyn,
dat zeer fraai rtaat.
Num. 40 en 41 Zyn twee oranje-Tootjes, met witte langwerpige
ftreepjes bandswyze omllingert.
Num. 41. Dit is van de
w i t t e , bandtjes.
zelve foor t , oranje bruin, met brede,
D R I E E N V E E R T I G S T E TAFEREEL.
De zesde fiiede.
I n deze plaat vertonen wy zeer fraaie ftukken, die volgens de
Tom. UI.
natuur vry künftig zyn nagemaakt, en om dat \vy rykelyk in
alles van deze en and'cre voorzien z'yn, zo verkiezen wy akoos
dc keurlyktte en compleetlle ftukken tot ons Werk , om dc
liefhebbei-s en kenners genoegen te gcvenj en om daar uit de
wonderen des almogendcn Scheppers te leren kennen.
Num. I. Verbeeldt een fraai Oranje Tot e , met witte, ongelyke,
plekken fierlyk ultgcmonftert. Liiier nnemt deze in 'c
Latyn Rhombus Cylindro-pyramidalis^ en Rumphius gccfc haar
den naam vunFoliita penmta. Maar wy houden ons aan den rechten
naam van Oranje-Tete ^ met ivitte plekten, dat van dc gemeen-'
fte foort niet is. Zy zyn digt in malkander gerolt, met een verheve
pyramidale punt.
Num. i. De zelve van onderen verbeeld, daar de fraaie teke^
r i n g niet minder als van boven uitblinkt.
Num. j. Deze is wat korter en breder voor aan 't hoofdt,
mede oranjekouleur, met ongelyke witce en gele plekken bandswyze
gevuk en vcrfiert.
Num. 4. Deze is wat dunner en finaller, met een heel puntig
tolletje, van kouleur bruin oranjeVerwig, met witce, langwerpige,"
ongelyke, plekjes, van buiten zeer glad en glanzig.
Num. f Verbeeldt de zelve van onderen, niet minder fraai,
Num. 5. Deze Tot e is lichter oranjeverwig , netswyze, met
ongelyk wit en bruin oranjeverwig geplekt, en kleiner van gedaante
dan de voorgaande.
Num. 7. Deze worden Korhoenders^Goudehkens en Speldeiverks-
/jsrmgenaamt, om dat de tekening daar in uitfteekt) gelyk de
korhoenders over hunne borft veêren hebben; doch gedurig verfchillende
in hunnetekening en kouleuren,van licht geel,oranje
geel, oranjebruin, donkerbruin en wit, als mede of het mee
couddraadtjes doorwerkt is. Het zyn fraaie ftukken, die van
K k Uethcbi
| N
i'l'llilEÜ
Jij..! I
ii ifi
M ' r : i -HIUJ
Ï 1
i