
•it
II. 'U t|
I
I I"!! I
I k ' I
J42 R E R U M N A T U R A L I U M
Duo alii minores, ejusclem fpeciei. • , '
Stromborum alix rurfus fpecies dilfcrentes, fmgularibus &: figuris & pidura jfcic
Num. 20 & 21.
Num. 31
^ftinguentcs.
Num. 32 ^48. Strombialii, rurfus divetfi a prioribus, rariorcs, finguli quam vcnuftifllme figu*
r a t i , alii aculeati, aliiramulis, alii tuberibus diftindi, tornati, variistjue aliis modis conformati, coloribusvariis,
elegantibus, pidi acquc exornati; omnes vero, pyramidum itiftar, acuciffime convergences.
Quemlibcc corum figillacim pro dignicace defcribere baud pcrmiccic inftitud noftri ratio. Sufficiat nobis,
muldtudmem dcmonftrafle fpecierum , qux in uno dancur gencre : cujusmodi numcrofilUmis adeo
inlbu(5tum ell noftrum Mufeum, ut ne dimidiam quidem partem iconibus heic repra:{cntarc liceat.
Num. 49, 50 &c 51. Prior fpuria eft Mitra papalis, binx vero alix fpurias Infulas Epifcopales referunc:
dilute flav^ rubris maculis veluti annulantur. Pofterior fubcus confpicua eft.
Num. 52 & 53. Binx func breviores, ejusdem cum prioribus Ipeciei, fpadicei coloris, ex flavo liratx
& fafciacx.
Num. 54. Ranflimum hoc eft fj5ccimen, cui fimile aliud nullo ha(5tenus in Mulco confpicere mihi
licuit. Eft autem Fufus bren)is y profunde detornatus, cauda curta, gyrisquc tcretibus gaudens, lulcis
profundis diftindlus, ex Arando fiavo perfundacus, fubdiibus & grollioribus faiciolis rubris, funiculor
um xmulis, circumdacus.
Num. 5 5 Ejusdem {peciei & hxc funt {jjccimina, at minora, & fundo fuper albicante te-?
nuibus filamentis dilute fiavis Arando rubris diftmda. Alterum iupra, alcerum infra exhibccur fpe-
(fiandum.
, Lie. A. Congeriem oftendit Stromborum vel Turbinum minutorum,
T A B U L A ( Q U I N Q U A G E S I M A E T PRIMA.
Seäio decima qmrta.
Hac Tabula Mitras Papales, Epifcopales, Pileos Cardinalitios variarum fpecierum, tum & Americanas
fpuriasque Mitras Papales, & Strombos tuberofos, & Turriculas ramofas, plicatas, aculeacas, annulacas,
&c. omnes ad Buccinorum genus perdnentes, exhibemus.
Num. I. Miira Papalis, maxima, cui vel magnitudine, vel perfc<fl:ione omnium partium, vel pidlur
x elcgantia, haud unquam vidi parem. Mitras Papales idéo hujusmodi Cochleas vocant, quia omnes
earum g>'ri, quotum infimus eft longilTimus, ea parte, qua verfus apicem (pe(5tant, eminentiis triangularibus
in modum Mitrx veluti Papalis ft:ipantur, furfumque in acumen convergunt. Cxterum la(^eo
fliper fundo cylindruhs atque maculis Corallirii ruboris, rotundis, oblongis, vermiformibus, angulofis,
annulatim circumfcribuntur. Tefta conftant crafTa & ponderofa. Ex Ceram in Indiis Orientalibus hue
transfer until r.
Num. 2. Altera Mitrx Papalis fpccics, minor, maculis minus xqualiter digeftis varia, filamentis
tenuibus, nigris, fupra circum apicem, infra circum longrinmi gyri claviculam obvoluta. Cxterum
priori in omnibus fimilis.
Num. J. Eadem fubtus confpicua, labio extus dentibus ferrato, intus fimbriate, prxdita. Rubrx
maculx hac facie admodum inter k mutuo perplexx hxrent.
Num. 4.
Num. 10 en 11. Twee andere kleiner dito foort.
Num. i i 31 Zyn weder verfchcide andere foorten van
ScrombufTen, van eenê byzondere gedaante en tekening.
Num. }t i8. Nog verfchcide andere ongemene Strombuffen,
ieder op het fierlykft geFatfoeneert, waar onder die gedorent,
getakt, gebult, gedraait en op verfchcide andere wyzen
gcfigureert, met vcrfchcide fchone kleuren getckent en verfierc
zyn , en alle pyramiedswyze heel puntig eindigen. Het zou tc
verre uitlopen, als wy ftuk voor ftuk naar zyne waarde hier wilden
befchi7Vcn: wy zullen ons derhalven vergenoegen met de
veelhcit der foorten van een geflacht, die'er zich van opdoen,
én waar van ons Kabinet rykclyk voorzien is, te vertonen, kunnende
de helft cicr foorten niet in plaat vertoont worden.
De eerfle verbeeldt een baftcrd Pauslicht
van on-
EEN EN VYETIGSTE TAFEREEL.
Be veertiende fnede.
Num. 4';, fo en fi
kroon, en de twee andere baftcrd liiflchopsinyters. Ze zyn
feel, met rode plekken als omringt, wordende de laatllc var
eren gezien.
Num. f i en f j Zyn twee korte van de voorgaande foort,
kaftanie-bruin, met geel gevoornt en geband.
Num. f4 Is een heel vreemd ftuk, diergelyken ik by-anderen
ih-hunne Kabinetten nooit gezien heb. Het IS een diep gedraait
fpil, o't Fufcui brevis^ kort van iUart, rond van gieren, met diepe
kloven, ofvooren, onderfchciden , over de oranje-gele kouleur
met fyne en wat grover rode bandtjes, als fnoertjes, omllingert.
Num. ff en f6 Zyn mede van de zelve foort, maar kleiner
en fyn draadswyze op'een witten gronde, met licht geel en.
oranje-rood getckent, de eene van boven, en de andere van ondcreii.
"Lelt. A Is in een koppel van klein goedtje van Sirm!/ij of
Turl/ines,
In dit Tafereel verbeelden wy de PaufTclyke of Pnuskronen,
de Biiïchopsmyters, Kardinaalsmutfen in verlcheide foorten, de
•Weil-Indiicheenbafterd Pauflelykekronen, geknobbelde Tuitjes,
f takte, geplooide, gedoomde en geringde Torens, enz. die alonder
het gellacht der Bucdnaas behoren.
Num. I. Grootfte foort van Pauflélyke kroon, wiens weêrga
vaangrootte, volmaaktheit en ficrlyke tekening ik nooit gezien
hebbe. Dat ze den naam van PaulTelyke kroon dragen, komt
daar van daan , om dat alle hunne gieren, waar van dc ondcrfle
de langde is, van boven om dch flinger vol met driehockigepunten
omzet zyn,dc gedaante van eene PaulTclyke kroon vertonen,
en naar boven puntig toelopen. Verder zyii ze op verfcheiderhande
wyzen met koraal-rode, langwerpige, wormachtige, hoekerige
en ronde blokjes en plekjes ringswyze omflingerc, over
een melk-witten grondt. Het hoorn is dikïchalig en zwaar. Zy
worden van Ceram in Ooft-Indic medegebragt.
Num. 1. Twede foort van Pauflelyke kroon , kleiner dan dc
voorgaande,wicnsplckkcnongclykergefchikt,enmet fyne zwarte
draadtjes naar boven om dc punt en beneden om éc fluiting
van de lange gier voorzien zyn. Verder komen zy in alles met
dc voorgaande overeen.
Num. De zelve van onderen verbeeld, met een zaagswys
tandige lip naar buiten- en naar binnenwaarts geplooid. Üp dC"
ze zyde ftaan dc rode plekken zeer verward door mallcander.
N um. 4."
TAJi.I.I.
!•; ; I
m ^ :